88
(C. 74) met eene groote poort mede gaende thuijs De Helle
(C. 17) in de Noordstrate". Het erf er van liep tot letter a
op de schets hiernaast.
2. Yan hier af boog zich de Brugghestraat (zie letter l.l.)
oostwaarts tot den achtergrond van het hotel De Nieuwe
Doelen (C. 15 en 16 zie b). Daar had men volgens het
Wijkregister//thuijs met een poort ingaende achter met diverse
wooningen en grooten hof" (C 76: zie c. c.) Ik vermoed,
dat die gang eene verlenging was van de straat genaamd Jaffa,
in de richting naar de voormalige Brugghestraat [l. I.).
•3. Een achtererf (rZ) van de proserie (provisorie van Wal
cheren), waar zich de bergplaats bevond van het steen en
puin, afkomstig van de verbouwing van 's-Gravensteen in
het jaar 1527 x). Hier zijn wij aan de noordgrens van
's-Gravensteen gekomen.
4. Nu volgt //dat koude huis achter in de plaetse11. (e) 2)
met eene erve (7c) er achter, later tot achtererf aan perceel (i)
geannexeerd, dat bewoond werd door P. Sohier (C 95) en
van een ander perceel (C 96), met een poortje verbonden aan
perceel C 10, blijkens eene nis van zeer ouden oorsprong 3).
5. Het u-Gravensteen van na 1301, op de ledige erve
van Hozemonds weduwe 4), met een gang (g) en met een
binnenplein waarop later de cipierswoning stond.
6. Op de Burg {n. u.) had men een pand genaamd Cra-
nenburg (m. m.), dat nog iets verder op de erven zuid aan
de Burg doorschoot.
De noordzijde van het terrein van u-Gravensteen is door
dat van de proserie genoegzaam vastgesteld. De westzijde
wordt als volgt bepaald: Het domistadium van Piet er van
Ylissingen grensde alzooquod ad partem occidentalem trans
Arch. Z. G. vm, 3 stuk 1)1. 146.
3) Arch. Z. G. VIII, 3 stuk bl. 144, 146.
3) Arch. Z. G. VU, bl. 564.
4) Zie hiervoor Hoofdstuk ÏÏI.