93
leefden van het vruchtgebruik, maar den eigendom toekenden
aan de kerk of den Paus, noemden zich de Pratres de com-
munitate. De volgers van Antonitjs van Padua werden
zelatoren of spiritualen gedoopt. Zij verwierpen alle bezit en
wilden alleen van bedelgaven leven.
Johannes XXII leverde deze laatsten sedert 1318 aan de
inquisitie over, en velen stierven op den brandstapel, alleen,
omdat zij niets bezitten wilden Door zijne veroordeeling van
de sehijnschenkingtoen hij daartoe in het jaar 1322 afstand
deed van die gefingeerde bezitting, dreef hij ook eenige der
Pratres de communitate naar de zijde der spiritualen. Deze
zwierven nu als vluchtelingen rond, zonder convent of klooster.
In tegenstelling met hen verkregen de Pratres de commu
nitate den naam van claustralen of conventualen 2), die de
goederen der orde nog als het eigendom der gevers beschouwden.
Zij noemden zich ook gaudenten, misschien naar den eersten
regel van Pranciscus: //quod ostendant se gaudentes in Do-
mino^ 3).
De eerste kloosters der Minderbroeders in ons vaderland
waren, zoo ver bekend, die te Koermond (vóór 1229), te
's-Iiertogenbosch (A° 1228), te Utrecht (A" 1246), te Dordrecht
(A° 1250? zeker A° 1252), voorts te Groningen, Bolsward,
Amsterdam, Zierikzee, Harderwijk, Deventer, Kampen, Gouda,
Gorinchem en Heusden. Zij allen behoorden tot de conven
tualen, evenzoo het klooster te Middelburg, in of reeds voor
het jaar 1242 gesticht.
Nadat echter Bernardinus de separatistische partij der spi
ritualen in eere hersteld had, en deze onder den naam van
observanten (Fratres observantiae regularis) optraden, werden
gevolgelijk bijna alle kloosters der conventualen in observan-
K. Hase. Gesch. der kerk vert. 1861 1)1. 320.
3) Zoo komen, zij voor "bij Mr. J. H. de Stoppelaar. Inv, O. Arch. M.
uo 927 (Ao 1506).
3) W. Moll JI, 2e stuk bl. 198 noot 2.