OS
school grensde, terwijl aan de andere zijde zijn pand, door
de woning van G. de la Possé, aan het Minderbroeder
klooster aansloot 1). Dat eigendomnu één gebouwhervindt
men in de woning van den heer Tak, kassier, wijk D n° 16
en 17.
Aan dezen Mr. Willem Roelslus werden in 1581 van het
terrein van het klooster toegestaan//vier roeden erffe
op de Borcht, daer hij tegenwoordig inne woont,
en sulck streckende van voeren aen de strate
westwaert tot aen den boomgaert eertijds den
voors. cloostere behoort hebbende" 3). Dit geschiedde
onder voorwaarde, dat hij véór St.-Jacobsdag (25 Juli) een
//heen of zijdtmner" maken zou, strekkende van de voorstraat
westwaarts (lees noordwestwaarts) tot aan den muur van den
voornoemden boomgaard; dat hij de vier roeden, voor aan
de straat, geheel zou betimmeren, tot sieraad der stad, met
Brabantsche steen, gestoffeerd met witte arduin, en dat, een
maal begonnen, bij versterf, op de erfgenamen de plieht tot
voltooiing rustte. Het doel van den pensionaris was denkelijk
om zijn tuin te vergrooten. Men bouwde dan ook op deze
vier roeden een huis, in 1596 behoorende aan Pieter Plach-
mulder (D 14) en daarnaast een, in 1596 nog eigendom van
Geertrlid Buijsen, Mr. Willems weduwe, en verhuurd aan
P. van der Heijden (D. 13). De breedte van den achter
grond, op de Kaart van Ei-irlice komt overeen met de 4
roeden of 14,46 M. Blijkens dezelfde Kaart van 1811 is
die achtergrond bij het erf van Willem Roelse (bij n° 16
en 17) gevoegd en is perceel n" 15 (Minderbroeders turf huis)
als poortingang of als koetshuis behouden.
De grenslijn tusschen D n° 15 en 16, naar achter doorge
trokken, en de westgrens van het klooster vormende, ziet
's Gravesandk bl. 478 en Wij/cregister 1576.
2) 's Gravesandk bl. 464 en lieg. I. Rade 15 November 1578 ƒ846v en 1 April
1581.