102 evenals de Abdij zich weleer tot aan de erven dier straat en later tot die van den Wal moet hebben uitgebreid. Dat de heeren Van Borssele dit klooster van de Tempelieren gekocht en er een klooster van tertianen gesticht hebben x) is, zooals het daar staat, onjuist. Reeds eene halve eeuw voor de vernietiging van de orde der Tempelieren, in 1312, woonden de Minderbroeders er in, op een perceel, vroeger eigendom van de Abdij 3). Toch is het niet te denken, dat aan dit verhaal alle grond ontbreekt. Het is zeer wel mogelijk, dat, toen de spiritualen om hun zelotisme vervolgd werden, deze een toe vluchtsoord voor hunne vergadering te Duinhoek gezocht heb ben, evenals de geuzen eene godsdienstoefening te Dijkshoek, ter plaatse genaamd Slokerduyne 3) hielden, en dat zij zich later zooals elders in de vergaderingen der Begharden of Bogarden opgelost hebben. Deze behoorden tot de vrije kloos terlijke vergaderingen van lieden, die zonder gelofte of regel toch in bondgenootschap met elkander leefden 4). Het is opmerkelijk, dat eerst in 1331 van de Begarden in Middel burg melding gemaakt wordt en wel van //die regie der goeder kindre, die men heet Beggaerden" 5), gemaakt nadat Volgens eene overlevering opgeteekend door Reigersberg. Zie Zei. Illustr. bl. 811. Zie bl. 96. 3) ZieOnderzoek van 's Konings wege ingesteld omtrent de Middelburgsche Beroerten van de jaren 1566 en 67 door Dn. J. v. Vloten (Werlcen IFist. Gen. Nieuwe Serie No. 18) bl. 47. Voorts aan te balen nietDr. Van Vloten. W. Moll II, 2 stuk bl. 150. 5) O. Archief M. no 32. De beer De Stoppelaar spreekt van de gardiaans der mindere kloosters. Dit is eene verkeerde lezing der akte vermeld in 5t O. Arch. M. n« 10. Er staat in het Oorlcondenboek letterlijk: „in presentia... gardiani et quorundam ininorum fratrum ibidem". Dit komt overeen met de Nalezing van hel Oorlcondenboek no 22: „gardiani fratrum ininorum ejusdem loei. De Bogarden en Cellebroers hadden een pater, de Begijnen en Cellezusters eene mater (matresse) aan bet hoofd. Eerst na de reorganisatie door Paus Julius III, en dat wel op bet jaar 1546, leest men van een minister of gardiaan (Kesteloo, III bl. 75 (381) en van een prior, procurator en gemeene con- ventualeu des derden regels divi Franctsoi, gezegd de Bogardenbroeders binnen Middelburg (O. Archief M. 2546). De Minderbroeders en de Augustijnen daar entegen hadden daar van oudsher een gardiaan (Kesteloo IU, bl. 72, 73).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 124