114- voorhuis verkreeg in 1454. op stads kosten een hard dak 1). Tn 1462 werd echter //een nijen huis an de strate" gezet met 10 roeden tegeldak 2). Dit heeft de beteekenis, dat het voor huis vernieuwd werd op den bodem van het oude, denkelijk met vergrooting tot aan de straat, want het achterhuis ver krijgt eerst in 1467 een hard dak 1). Het plein van het klooster was door een muur van de straat gescheiden 3). Daarin was eene poort, die toegang gaf tot de straat, strek kende langs den boomgaard der Minderbroeders. Deze droeg destijds nog niet den naam van Schoolstraat, en de poort was uitsluitend voor het klooster bestemd. Doch ook //der stede schole" had in 1517 eene poort 4). Door de twee vermelde schoolstraatjes wordt bewezen, dat de kinderen door deze het schoolterrein van de westzijde binnen tradenen niet van de oostzijde langs het kloostergebouw heen. De school bevond zich dan ook achter het erf van het klooster, want het achterhuis der zusters stond //an de scoele-"1 Het gebouw had in 1515 twaalf vensters, met papier beplakt 6), en de meester bewoonde eene kamer daaraan niet daarin, zooals de heer Voegler vermoedde 7); want uit het dekken van de school en de kamer, evenals uit de woorden //an de schole" blijkt, dat ze onderscheiden waren. Op het zusterhuis, waar vroeger //d'aermescole"' gehouden is, dus op het schoolhuis, stond een cijns aan St. Pieter. 8). Op het klooster, //daer nu (1559) de schoolmeester inne woondt", stond er een aan het St.-Annagilde van Zoutelande 9). Hier- Kesteloo II, bi. 52 (94). Arch. Z. G. VII, bl. 208. 3) Kesteloo III, bl. 78 (329) Ao 1535. 4) Arch. Z. G. VII, bl. 213. 5) Kesteloo II, bl. 52 (94). 6) Kesteloo ELI, bl. 76 (332). Arch. Z. G. bl. 210. Op A" 1418 wordt gesproken van ,/t deckeu met gloyo die scole ende die camere au die scole". A" 1430/32 kreeg Jan Doirlo kort na zijne komsteen „cruuskesine" in zijn kamer (huis met een vertrek). 8) Kesteloo IV, bl. 80 Ao 1561. 9) Kesteloo IV, bl. 80/81 A« 1563.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 136