115
door wordt aangewezen, dat de schoolmeester, die eerst eene
kamer aan de school bewoonde, omstreeks 1483/86, bij de
verbouwing der school, nog in die kamer bleef wonen, maar
school hield in het Yogelstraatje (zie bl. 25 en 26), doch na
de reparatie een gehuurd huis bewoonde tot 1518, of misschien
nog later. In het jaar 1559 woonde hij in het schoolhuis.
Derhalve moet het schoollokaal van dien tijd in het A" 1539
verlaten kloosterof in een daarnaast nieuw gebouwd huis ge
zocht worden. Het is bekend, dat de meester, nadat de
zusters verdwenen waren, en de stad het pand aanvaard had,
in het kloosterhuis zelf gewoond heeft 2).
Op het erf, noord daaraan gelegen, stond//een hujsken van
den heylighen cruce" met schaliën gedekt, waarschijnlijk eene
bid- of eene grafkapel der zusters 2). Met deze opgave sluit
ik dit hoofdstuk, voor uitgebreider naricht omtrent deze lief
dadige zusters en die school verwijzende naar de uitvoerige
bijdrage van Dr. J. G. Yoegler Geschiedenis van het mid
delburg sch Gymnasiumin 't Archief van het Zeeutosch Genoot
schap Deel YII, bladz. 203250 en 347555.
6. De Abdij.
De Abdij is de belangrijkste stichting //infra vallum"Bij
hare beschrijving 3) begin ik, om argumenteele redenen, met
die der kerk.
Wij plaatsen ons op de huidige Groenmarkt, voor de kerk
deur, de oude //porta qua intratur in ecclesiam" 4), treden
aan de hand van Dr. van Yloten 5) de kerk binnen, en ver
plaatsen ons terug op den 22 Augustus 1566. Ddar vinden
Zie vorige noot.
3) Kesteloo IIIbl. 73 (329) Ao 1519.
3) Tot grondslag mijner beschrijving heeft gediend de kaart getiteld: „Abdij
te Middelburg: de begane grond'', in druk aanwezig in het Rijksarchief in Zeeland.
Aan te halen met de woordenGroote kaart der Abdij.
4) Arch. O. L. Vr. A. Reg. 946. 5) Zie hiervoor bl. 102 noot 3.