118 geworden kerk afgesloten. Misschien is dit middelkoor voor een tijd tot bergplaats gebruikt. Men maakte ook een portaal aan het koor //in de nieuwe kerk", te weten tusschen de Nieuwe kerk en den toren l). In 1598 brak men den gevel af, boven het koor der oude kerkherstelde hemen plaatste een kozijn er in. Hier wordt kennelijk bedoeld de daktopgevel van den hiervoor beschreven scheidsmuur van het hooge koor bij de lantaarn l). Voor de in 1590 afgebroken //oude kercke", vind ik hier geene plaats. Er wordt over een uitbouw aan de zijde van den Wal wel geschreven 2), doch een deel is niet het geheel, waarvan men bij den heer Kesteloo de vermelding vindten als de heer Lantsheer geen ander bewijs bijbrengt dan de Kaari van 1511 en van Van Deventer, dan rust die bewering op figurative voorstellingen. Ook moest men eerst afbreken, en dan restaureerendat is regel en de nieuwe kerk wordt reeds vermeld in de Rekening van 1585 1). Die afgebroken oude kerk zal waarschijnlijk elders moeten gezocht worden. Het hooge koor werd weldra als kerk voor de Engelsche court gebruikt, en in 1592 tot huisvesting der Engelsche sol daten bestemd. Ten jare 1602 bouwde men de ruime consistoriekamer met drie lichtkozijnen in het veelhoekig oosteinde der kerk. Of men daartoe een crypt, onder het hoogaltaar, weggebroken heeft is mij onbekend, maar zeker is, dat de beeldstormers eischten, //dat men de beelden, die zy zeiden onder 't coren (koor) verborgen te zyne, wech doen zouden", en bij onderzoek bleek, //dat in 't coren egeene beelden bevonden en sijn geweest''1 3). Aangezien door deze consistoriekamer een goed deel aan de kerk onttrokken werd, brak men den muur uit, die vroeger het middelkoor en hooge koor van elkander scheidde, want Kesteloo IV, bl. 72. Zei. Illnstr. I, bl. 269, 270. 3) Dr. van Vloten bl. 125.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 140