m
Kaartjewaarop het plantsoen parallel aan de rooilijn loopt,
die de beide torens verbond. J) Hier denk ik mij het kantoor
van den polder Walcheren weg, en in zijne plaats, tusschen
den tweeden en derden toren, een verdwenen gebouw. Daar
is de plaats het meest geëigend voor de camera cellarii 2),
nadat die firmeriekelder verplaatst was naast het gouverne
mentshuis, anti qua cellar ia genoemd 3). Immers alzoo
had de proost aan de ééne zijde den bakmeester, en aan de
andere den kelderwaarder naast zich. En beide betrekkingen
pastten in het Ne der hof en bij dien proost. Na de ver
plaatsing der firmerie had dit gebouw, als antiqua cellaria,
eene andere bestemming. Het moet, van 1488 tot 1562,
gediend hebben voor //Gillis, den brouwer in t nederhof van
der Abdiën" d), en voor //Jan Rkynaeuts, brouwer in de
Abd}'" 5), over welke brouwerij reeds op bladzijde 2527 ge
handeld is. Toen nu het erf van de groote vate beschikbaar
was 6), en, reeds voor 't jaar 1564, heer Jan van Strijen
vicaris geworden was van den in 1561 als bisschop ingeleiden
Nic. de Castro 7), was de antiqua cellaria verdwenende
bodem tot plein vervormd, en woonde Jan van Strijen in
het (voor hem gebouwde?) huis, dat nu dient voor den Rij ks-
J) Zie hierna mijne Kaart No. 3 -plan No. 4 en
2) Arch. O. L. Vr. A. lieg. 444 A° 1355.
3) Arch. O. L. Vr. A. lieg. 1113 A" 1499.
4) Kesteloo III, hl. 71 (327), uog in functie A° 1555 {Arch. O. L. Vr. A.
I no 46).
6) O. Arch. M. n" 2295 A" 1562.
e) Tusschen (lc Ahdijpoort en het huis van den Waterstaat, stonden in 1485
twee nederige huisjes. Zij werden in dat jaar gekocht door den abt
{Arch. O L. Vr. A. Reg. 921926953). In 1596 woondevolgens het
Kohier van den lOOsten penningin het latere Waterstaatshuis de baljuw Rollem
„neffens d'Abdyepoorte'. Die twee huisjes waren derhalve afgebroken. Op de erven
er van vindt men in 1493 „de groote w a t e (vate) voir (de) doester (klooster)
poirte". Het was eene mestvaalt (zie bl. 107 noot 5), en nu laat het zich ver
staan dat het ruimen vau deze werd aangenomen door een warmoesman (Kes
teloo IIbl. 16 (58).
Arch. 0. L. Vr. A. lieg. 1524.