123
archivaris, met eene werkkamer voor het publiek, maar in 1581
gebruikt werd door Bastiaan Oosterman, //klerk van 't comp-
toir van den raede". x) Achter de gesloopte iirmerie verrezen
de stallen van den bisschop, ook nog in 1581 stallingen
genoemd, maar in 1593, deels stalling van admiraal Van
Nassau, deels schaliënhuis.
Tusschen den derden toren en den vierden had men het
poortgebouw van het Neder hof, volgens den heer
Brederiks, uit de IS* eeuw, een blijk derhalve van den
omvang der uitbreiding van de Abdij, ten tijde van graaf
Willem II. In 1581 werd het gebruikt door de weduwe
van Hendrik de Schilders, in 1593 door Daniël de Schilders
en de boden. De buitenzijde van het gebouw is, volgens
voornoemden heer, in 1568 gerestaureerd.. Vroeger had men
hier een portier, want de bakmeester beheerde dezelfde goe
deren waarmede vroeger de portier gedoteerd was. De portier
zelf komt niet voor in de charters. Hiermede is het gansche
Nederhof in oogenschouw genomen.
B. De Noordzijde der Abdij.
Tusschen den vierden en den zesden toren, had men een
gebouw, met den vijfden toren midden in zijn front. Deze
apartementen hebben, naar ik vermoed, gediend voor de ge
wone kanunniken. Dit gebouw heeft in 1568 zeer veel
door den brand geleden, maar is hersteld geworden. Het was
in 1581 in zijn geheel in gebruik bij Anthuenis de Ruyt,
timmerman, wel wat groot voor zulk een persoon. Daarom
denk ik, dat hij die apartementen moest in orde maken, en
er deswege huisde. Althans men vindt in 1593 de eene helft,
van toren n° 4< tot n° 5aangegeven als logement van Mevrouw
Als meu den toren beklimtom naar de werkkamer van bet Rijksarchief
in Zeeland te gaan, komt men, na eenige trappenop een portaaltje en moet men
met een paar treden afdalen in de vestibule. Naar mijn inzien een blijk, dat
bet gebouw niet terzelfder tijd verreesals de toren.