14-2
De Lijst van Echternach.
Men vindt de opgaven, hierna mede te deelen, in de lijst
van de Grondbezittingen der Abdij van licht,ernachop Wal
cherenopnieuw uitgegeven door Prof. Dr. R. Pruin in Nïjhoffs
Bijdragen III reeks, VI Deel bl. 291 vlg., uitgegeven
1892
De Lijst dagteekent, gelijk ik op bladz. 2 aantoonde, tus-
schen de jaren 1181 en 1210.
Bij oppervlakkige inzage gelijkt zij een waar doolhof van
onbekende verouderde namen. Hetgeen ik hier mededeelen
zalis niet meer dan eene proeve tot verklaring van die
Lijst. De eerste taak is den draad te zoekeu door dit labyrint.
Dit kau niet anders dan langs den negatieven weg.
Bij den eersten oogopslag reeds ziet men, dat zij noch. al-
phabetisch, noch chronologisch opgesteld is. Evenmin is de
opvolging geregeld naar de grootte der perceelen, of de uit
de cijnzen op te maken waarde van de landerijen, of ook
uit de natuur der gronden. Alzoo blijven over de namen der
eigenaars of der pachters of huurders en de namen der am
bachten en polderblokken. Ofschoon de Lijst naar de am
bachten in hoofden ingedeeld iszoo is zij tochwat de
onderdeelen betreft, niet louter geographisch opgesteld. Tn
dat geval zouden de verschillende perceelentot hetzelfde blok
behoorende, achter elkander moeten vermeld worden, terwijl
zij nu verspreid liggen op de Lijst. Dit blijkt bij Ostmede,
Westmede, Volquilant en Vivegemet. Ook zouden dan de per
soonsnamen niet vooraan moeten staan, maar volgen.
De indeeling is derhalve naar de ambachten, en de onder-
afdeeling naar de personen. Deze personen worden niet ge-
l) Ter verkorting heb ik, in cleze verhandeling, dit Register van grondbezit
tingen betiteld als De lijst van Echternachwaarvan een uittreksel volgt, aan
het slot van deze verhandeling, in Bijlage II.