144 copie nam, bracht mij op het denkbeeld, dat ik hier ten grondslag gelegd heb aan mijne interpretatie van de Lijst van Echternachmet deze uitbreiding, dat de door mij ge volgde methode eene samengestelde is, en met deze restrictie, dat ik niet beweren wil, dat de taalkundige onderscheiding tusschen Overlooper en Omlooper overal en altijd in het oog gehouden werd of wordt. Naar ik vermoed, worden de personen in die volgorde ge noemd, waarin de rentmeester of opzichter, op zijne rondwan deling hun eerste perceel bereikteom dan daarbij te voegen wat zij, onder cijns, pacht of huur aan Echternach, elders bebouwden of beweidden. Dit is niet iets eenigs. Men vindt hiervan een voorbeeld in de Grafelijke rekening van het jaar 1331 1), waar Musscet van dun Hoghë voorkomt onder Wellincwerve, maar waarbij tevens zijne gronden in Zuwalinghe en Zandvorde worden opgegeven, niettegenstaande Zandvorde in diezelfde rekening 2) reeds een eigen hoofd heeft. Der halve wordt eerst zijn hoofdperceel genoemd, eD volgen dan zijne verspreide bezittingen. Zoo komen ook tienden in Oou- dekerke voor, met een zwerfblok in Zuwalinghe, een pen- ningleen in Wellincwerve, meteen zwerfblok in Weutkensdorp, een hoofdperceel van Rase en Gillis in Brugdamme (Por- telinge en Zuartoghe), met een zwerfblok (25 gemeten) in Clawerdskerke, en eveneens Symon Cl ais' in Noordmonster, met een zwerfblok in Nieuwerkerke 3). Wat alles afdoet is, dat bij n° 36 van de Lijst van Echternach, Heinricus f. Wivin, niet alleen, onder het hoofd //in Officio Westmonstre", betaalt voor 3/4i in Papilant, maar ook voor het hof van zekere woning in Sandich. Dit Sandich lag toch niet in Westmonster, maar bij Vere. Dr. Hamaker Ibl. 301. -) Dr. Hamaker I, bl. 302. 3J Dr. Hamaker I, bl. 450 II, bl. 222 I, bl. 70 en 300.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 166