14-9 Hij ging nu langs den zuiddijk terug naar Middelburg, en vond daar, //infra vallum''' bij n° 27, de 2 gemeten van Willem Hugozoon. Tot deze 2 gemeten kan behoord hebben de cijns van 3 sch. 4 gr. //op die hofstede van der hallen"''' en die van 12 sch. //van bofstedegeld daer de stadhuys op staet" 1). Maar nu blijft hem nog over om de kern van de Hayman te bezoeken. Daartoe verlaat hij Middelburg langs den VHeer- Gerardstratenweg (Segeerstraat) Eerst kwam hij bij de 8 gemeten van Tid" en Harnot (Aarnout?). Om de volgende opgaaf blijken ze niet ver buiten de tegenwoordige stad gelegen te hebben. Tan daar be reikte hij perceel 29 in Timende. Men moet dit rechts van den Segeersweg zoeken, in samenhang met de Birnemede van n° 5, links van den Schroeweg, dewijl ik vermoed, dat Birnemede zijn uiteinde had in Birnende (verbetering van Timende), Het is dan te vinden bij de hoeve, op de Kaart van Yan Deventer aangewezen, rechts bij de zwenking van den weg, in de richting naar de Arne. Landwaarts in, bij eene zuidelijke ombuiging der Arne, vond hij n° 30Herdinslant ub westuver, en teruggekeerd op den Segeersweg, bereikte hij spoedig het Everdeisheimkin, n° 31. Deze naam herinnert aan de heeren van de Hayman van het jaar 1266 2), en komt ook voor in het jaar 1218 en op deze Lijst bij n° 19, 35 en 18. Yolgens de route, hier beschreven, moet het gelegen hebben bij of ter plaatse van De Dolphijn of Swerfrust, waarvan Smallegange zegt: hier heeft in voor tijden een zeer oud gebouw gestaan 3). Een weinig verder bereikte hij den Vuoldrichesdich Kesteloo I, bl. 41 (211). Hier wordt bedoeld de lakenhal, hoek Lange Delft en Burg (zie bl. 63, 65 en de Stadsrekeningen Ao 14S0, 1481 en 1497 in 't Oud Archief te Middelburg aanwezig). -) De oude Kerkstraat, tevens de oudste straat ten noorden van de Lange Delftloopt recht op de Segeersstraat uiten deze vindt hare verlenging in den Segeersweg. Eene indirektc aanwijzing langs welken weg de voornaamste heeren van de Hayman woonden. 3) Smallegange bl. 674.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 171