157
gemaakt moet zijn vóór de stichting van de parochie Hoge-
lande ten jare 1189.
De noot achter de Afdeelinghe der wijchen A° 1591 1),
waarin de Seisweg aan weerszijden tot Westmonsterparoebie
gebracht wordtraag hier niet in aanmerking komenwant
zij is, als toevoegsel, eene uitzondering op het voorgaande.
Poppenroeden was derhalve door den Seiswegzoowel paro
chiaal als met betrekking tot de ambachtsheerlijkheidin twee
deelen gesplitst. Juist op dit gecombineerd terrein zoek ik
op de Lijst van 'Echternachde laatste perceelen der beide
ambachten, die hier met elkander in aanraking kwamen.
Wij keeren terug tot de perceelen //in officio Nort
munstre". Op de Yolquimed nr> 49 volgt de West mede
ub westuver n° 50. Ter plaatse waar, op de Kaart der
h.h. Nieuktcrken en Kuiler //de eerste houten brug, over den
St.-Laurenschen watergangtot het Seisambacht toegang ver
leent, vindt men bij Hatting a eene hoeve, die aan voor
meld perceel beantwoordt.
Het volgend Tirdeboldeshem n" 51 zoek ik daarwaai
de weg in een voetpad overgaat en, op de laatstgenoemde Kaart
weder eene hoeve te zien is.
Men volge nu den weg zuidwaarts, en komt dan aan den
driesprong, bij de hoeve Solitude. Daór zoek ik Pleilewien
n" 52. Het staat ten name van Alart filius R ril a ei, die ook
in eene akte van 1198 vernoemd wordt 2).
Als men nu langs den weg stadwaarts wandelt, is men
spoedig, waar weg en watergang elkander naderen. Daar is
de plaats voor de Tingemet westuver n" 53 of de
Tiggemet n° 54, die ook voor een deel in Westmonster-
ambacht lag, en bij n° 37 aangewezen is 3).
Hier is men dicht bij den hoek van den watergang en
Arch. Z. G. 1, bl. 72.
2) Arch. O. L. Fr. A. Reg. 6 gedrukt bij Van den Bergh 1un 178.
3) De weg naar Poppentlamrae (Eng.: Poppenroad of rode) schijnt, door de
Tingemet en de Grotmede heenals polderweg aangelegd te zijn.