161
over de weck voorby den voors. Pier Boüwensz. naer Cor-
nelis de Monick x).
Met al 't guntdat uyt in Scknylwerfveblock oostwaert over
de week 3), twelck in Coudekercke onder Molenbais ge-
staen keeft.
Ende zo voorts al tgunt, dat lickt lanx den weck westwart
uuyt naer Willem Pier Sc(h)etser 3).
Ende zo voorts noortwaert lanx den weck tot Coppen int
Warmoeshof boomgart 4).
Ende vandaer streckende noordwart uuyt, voorby Adriaen
van der Hoogens boomgaert 5), tot op den Breeweck.
Ende zoo voorts lanx den Breeden weck tot Middelburck toe
in sulcker voegen als den voors. keere van Molenbais de voors.
perceelen gebruyet ende beseten keeft.
Ende sullen de voors. van Middelburgk genyeten 'tvree ende
steensckietens, naer advenant van Coudekercke onder Molen-
b ay s."
Over de recktsgeldigkeid en de verklaring van den inkoud
van dit accoord rees tusscken beide steden ket gesckil. Den
27 Mei 1546 was door den gecommitteerden landmeter Jan
Deze Pier Boüwensz. en Cornelis de Munnine. woonden in het Schuilwer-
veuhlok. Zie hierna (bl. 175) de copie der Aenwysingeop letter Z no 58 en 54.
Hier wordt „de Schuggenswech" zelve bedoeld in onderscheiding van de wegeling.
2) Het woord „weck" is ontleend aan den titel van het blolc G „Een deel va.n
den blok van Schuilwerve liggende oost over den we g". Van dezen weg
worden de restanten als zoekwegen op de voorgaande bladz. in noot 4 vermeld.
3) Aenwysinge op letter F n" 19. In het jaar 1607 eigendom van de erfge
namen van Jan van der Hooge, zijnde het latere „Zeerust". Bedoeld wordt
de weg van het werf tot Zeerust.
4) Van Zeerust tot aan den Koudelcerkschen weg.
6) De dreef aan den Koudekerlcschen weg, hij de poort van Ter Hooge, die
toen nog voorbij de noordpoort van Ter Hooge tot den Breedenweg doorliep.
Blok D wordt op den Overlooperin strijd met deze limiteering, tot Koudekerke
gerekend. De dreef, ten westen van dit blok, was ingetrokken ten behoeve van
het hertenkamp. Oorspronkelijk bij het stadsambacht gerekend, denk ik, dat
het, ter wille van den heer van Ter Hooge, weder bij Koudekerke gebracht is.
(Zie Vliss. Archief: Memorie of Deductie van J. J. Brasser 5 qua tem bladz. 6.)
Archief 19U4 11