164 ze uitsluitend daarbuiten, gelijk de Aenwysinge straks be wijzen zal. Ylissingen wees ze grootendeels daarbinnen, sprekende //over dat gering gedeelte, dat er met mogelijkheid gesupponeerd kon worden nog buiten de stad te leggen11 1). Ylissingen toonde ook door attesten van gezworenen der Westwatering, dat de parochie Koudekerke strekte tot aan den singel 3). Ook Nicolaas Famart en Bastiaan Schouteth getuigden als pachters van het slaan van beesten, hunne gerechtigheid gehad te hebben //tot aan de steenen heule of brugge van de voors. Lange(oude Lange)villepoorteop den hoek van de Schuitvlot, nu in de voorn, stad, waar Frans Pittebrood vellekooper woonde" 3). Yan het Ylissingsch gevoelen bestaat geene kaart met aanwijzing, maar uit de stukken kan men het in kaart brengen 4) en beschrijven. Als men parallel aan den ouden singel eene lijn trekt op een afstand van circa 450 Meters, beginnende van de Klink- heulwegelingnoord van De Parelen zoo westwaarts rond de stad tot aan den Domburgschen watergang, dan krijgt men, gelijk ik bevond, eene som van 108 gemeten, gelijk aan den halven afstand van de 450 M. vermenigvuldigd met den bin- nenboog van c. 700 M. -j- den buitenboog van c. 1200 M. (Eene meting naar eene kadastrale kaart, buiten mijn bereik, ware echter ter controleering gewenscht.) Men heeft dan het tolhuis, bij het huis van Fernande Jacobsen Yisscher r'), en de //twee pilaeren van den excijns" op 1) Advis bladz. 21. 2) Memorie of Deductie van J. J. Brasser 5 cjuateru bl. 13. 3) Advis Bijl. bladz. 911. Zie eene detailkaart, door mij ontworpen, berustende in de Zei. Illuslr. van bet Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, getiteld: 'Proeve lot het her vinden van het Vlissingsch gevoelen omtrent de ÏOSV» Gemetenvoorkomende in de quaestie met Middelburg over 't Zand. 5) In dc Memorie van J. J. Brasser cjuatern 5 bladz. I genoemd: „thuys van den collecteur van den sluytboom". Zie ook bladz. 172 en 177.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 186