166 van den ouden excijs, die alvooren jaar van 1532 toe aldaar weert gelieven" of van liet huis van Maerten Paulus Stoupewaar het terrein, genoemd n1 Zand", eindigde. Deze woonde te dier tijd in een der drie kleine (renteniers?) huisjes van Hermis van Dalen 2). Opmerkelijk is het, dat men niet leest, dat Middelburg of Vlissingen zich op eene oude oorkonde beroepen hebben. Nu men die niet had of niet kendemoest men voor de parochiale quaestie zijne toevlucht nemen tot indirecte bewijzen en ge tuigenissen. Middelburg blijkt zich beroepen te hebben op dat kerkgaan en sacramenten halen in de Westmouster- of St.-Maertenskerk Ylissingen daarentegen op getuigenissen o. a. ook van Maarten Pauwels Stoupe, die a" 1607 attesteert 3), //datliy wel weet, dat by zynen tijd (hij was 78 jaar) de Westmonster- parochie buiten Middelburg, zoo men die noemt, noit dorp of parochie en is geweest dat ze parochianen van West munster 5) genaamt waren ten aanzien, dat die van aldaar of eenige derselve somwylen (bij slecht weder?) ter kerke gingen en de sacramenten haalden in de kerk van Westmunster, welk kerkgaan en sacramenten halen aan Middelburg geen geestelijk gebied in Coudekerke ook betrekkelijk hunne ge kochte 102 gaf, zijnde hierin door den Grooten Eaad van Mechelen in hunne oppositiën afgewezen". Uit dit alles blijkt, dat men hier te doen heeft met een geval als dat van Ser-Allaardskerke (Serooskerke), waar het ge schil tusschen de kerk van Oostkappel en hare dochter Ser- Allaardskerke aldus werd beslechtDe priesters van de moeder kerk zullen met vijf barer parochianen onder eede verklaren, Zie Aenioysinglie N no 29 en achter Z n 54. 2) Memorie van J. J. Brasser 5 quatem bl. 37. Zie hierna black. 169. 3) Memorie van J. J. Brasser 6 quatem bl. 2 MS. Arch. Vliss. 4) Bit ziet alleen op Koudekerke, waarover de quaestie liep, niet op Pop- penroeden (Overdamme), waaromtrent hij niets te getuigen had. 5) Zie ook O. Archief M. no 2425 A° 1566.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 188