180
De ambacktsportiën blijken in dien tusschentijd opgehouden
te hebben onverdeeld gemeenschappelijk bezit te zijn.
In een afschrift van het Registergemerkt JB 36 cas R
(lees C), getiteld DU zijn dieghenedaer landt up beuoyset (is),
ende van de achterstalle van den eersten drie groot van de
merge''' x) vindt men op Westersobburgh onder meer deze
twee posten:
D5abt van Middelburg96 mergen.
Joncfrouwe Lisabetit van VGravenleen 18 mergen.
Men krijgt dus juist (de mergen hier gemeten) 114- gemeten.
De 96 gemeten, op den abt geassigneerdzijn zeer zeker
een deel van de vroegere 100 gemeten, en ik neig tot de
meening, dat onder de 18 gemeten de 14- van de akte moeten
gezocht worden, overgegaan op Joncfrouwe Lisabeth, met
nog 4 gemeten uit de honderd, die misschien identisch zijn
met de 33/4 gemeten, in 1332 geassigneerd op //filiam Nicholai
de Zubburgh55 en in 134>0 vermeerderd tot 4<1/2 gemeten 35
roeden //up Clays dochter van Zubburgh55 2).
Doch waar zijn die 96 gemeten, of liever die halve hevena
(100 gemeten), aan den abt toebehoorendete zoeken? Op de
Ta fel van de blokken in Koudekerlce van den Overlooper der West-
watering van het jaar 1620 vindt men op fol. 107 de Pier
Cornelis Lieuwens blok 3), groot 50 gemeten 20Y2 roeden,
met 4- gemeten 4-7 roeden haymanland en daarbij de vermel
ding: //ende is de vrye halve heven15.
Het Register van den Overlooper van 1595 zegt op fol. 107:
//de vrye halve hevene, die men zeyt te wezen 5t ambacht van
W. Souburch55. Evenzoo staat op den Overlooper van 1620
bij de optelling van het ambacht van Koudekerke: //In alles
bedraecht 5t ambacht van Coudekerke, mits daerin begrepen
Algemeen rijksarchief te 's Ragein afschrift Rijksarchief in Zeeland.
2) Dr. Hamaker I, bl. 366 II, bl. 124. Clays van Zubburgh bacl zijn
ambacht verkocht aan Jan en Pieter Pietersjjinder van Zubburgh: Aid. I,
bl. 231.
3) Zie bladzijde 174.