29
gaj'goele (gargouille waterspuwer, steenenkoker) onder 't
gasthuys" 1). Derhalve bestond toen reeds dit bijgebouwd pand.
Deze waterloop vormde de oorspronkelijke westgrens van
den gasthuisbodem, tevens dienende tot scheiding vau Oost-
over en Westover De gasthuiserve lag derhalve nagenoeg
in het vierkant.
Die watergang vloeide ook, langs den daarachter liggenden
grond, in een en anderen en zoo in de gracht der stad. Dit
wordt bevestigd door eene akte van 1525 3), meldende, dat
van //Joos Husensz. 4 ontvangen werd" over gebruik van
de plaatsen, 't welk was der stede waterloop, gelegen zuid
waarts van de straat, genaamd den Bel lie 4), westwaarts
tusschen de erven, weleer toebehoord hebbende Adrïaan
Adriaansz. en nu toebehoorende Joos Huzensz. en de erve
van Anthonis Gernier (lees Gerbier) strekkende tot den wa
tergang strekkende aan den binnensingel van deze stad
en is 't gebruik van den watergang voorz. J H(üsensz.) ge
gund 8 voet wijd en 22 schacten lang, elke schact gerekend
20 voet". De waterloop //placht te sueeren in den water
gang" en was nu gelegd //door 't straatje tusschen beide de
pakhuizen aan de oostzijde van den Bellic in een anderen
watergang".
De Nieuwstraat bestond toen nog niet. De erve, waarop
het huis Oostende stond (G n'! 1), was gelegen tegen den grond
van 't gasthuis 5). Gerbier, in 1512 poorter geworden, had
in 1519 een nieuw pakhuis gebouwd, staande achter zijn huis
daar hij woonde (G n" 1) ter zijde achter 't gasthuis G). Dit
blijkt een brouwerijhuis geweest te zijn 7).
1) Kesteloo III, 1)1. 24 (280).
2) Kesteloo IV, bl. 22 A'1 1556.
3) Kesteloo III, bl. 20 (276).
De Belli nk liep toen nog niet door tot de Rouaansche kade. Eerst iu
1557 is zij doorgetrokken. 0. Arch. M. un 2198.
5) Kesteloo IV, bl. 22.
Kesteloo III, bl. 120 (376).
T) O. Arch. 31. n° 1978 Ao 1546/7.