I
55
Zijne stichting dagteekent van het jaar 1452. Wie denken
mocht, dat wegens den brand van het oude //stedehuis" in
1426, reeds aanstonds in 1430, op deze plaats een nieuw
stadhuis is opgebouwdziet voorbijdat de stadom te kun
nen bouwen, eerst in het bezit moest zijn van den grond.
Nu leest men in de rekening van 1430 en 1431 niets over
verwerving van grond. Daarentegen wordt in die van 1452 de
aankoop der terreinen vermeld, waarop in dat jaar het oudste
deel van het tegenwoordig stadhuis is gebouwd.
In 1452 kocht de stad van vJacop Heynrz. die Clerck
//zyn huus staende neffenste hofstede van Scoenhoke om dat
//of te breken en te maken op die hofstede erf) een vleesch-
//uus ende der stede halle" voor de som van 23 2).
Nog werd gekocht //die hofstede (waarop dat huis stond) 3)
mitte stene die daerop laghen'1 voor 25.
En //een huus toebehoorende Reyner Willemz" voor 54 3).
Yan de hofstede '/dair Jac. de Klerckx huus up plach te
stane ende nutertijd der stede huus up staet" werd aan den
onderkameraar van St. Pieter 6 B jaarrente betaald en
van den grond, daar de groote zaal op stond, ten behoeve
van O. L. Yr. gilde 2 4).
Die zaal vindt men in het tegenwoordig stadhuis heden nog
terug in de vestibule met den trap naar boven. Zij werd
heerenzaal genoemd.
Deze grond van Reyner Willehz droeg vroeger het hoekhuis
van de Noordstraat, op den hoek van eene zijstraat, die in
de Rekeningen voorkomt onder den naam van //achter West-
monsterkerkhof'
De heer Kesteloo 5) schijnt, te oordeelen naar wat hij op
bladzijde 27 vermeldtden grond van de hofstede Scoenhoke
h Dit oude stadhuis in de Lauge Delft wil ik ter ouderscheiding van het
tegenwoordige steeds met dien naam „stedehuis" blijven vermelden.
a) Kesteloo IIbl. 22 (64).
3) De aantekeningen tusschen haakjes van mij.
4) Kesteloo II, bl. 27 (69). 5) Kesteloo III, bl. 20 (276).