75
uit de beschouwing van den plattengrond en van de boven
verdieping met 2 kamers en een dak van 21 roeden en 4
voet A).
Langs de trap kwam men op het bovenportaal en vond
aan de voorzijde //de heerenkamer" die door hare vier
ramen gemakkelijk het front van het stedehuis doet indenken.
Aan de andere zijde van dit portaal ging men naar de //ach
terkamer^. Ik vermoed, dat dit vertrek tot bestuurskamer
voor den baljuw en de burgemeesters gediend heeft. Althans
in elk dier vertrekken was een schoorsteen aanwezig 2).
Ik ga nu over tot de beschrijving der aangrenzende panden.
A. De perceelen west van het stedehuis.
Deze perceelen vindt men tusschen de toenmalige markt,
het //stedehuis^, het straatje, dat naar het vleesehhuis leidde
en de Burg. Daar stond met haar front naar de vischmarkt 3)
de hal met één winkel aan elk der beide zijden van den
ingang.
Zij had in 1409 een schaliedak, dat in 1438 door een
rietdak vervangen werd, en moet deswegen van de schrijf
kamer boven het wachthuis onderscheiden worden, die eerst
een pannen, maar na 1447 een leien dak verkreeg i).
De hal kwam na 1461 in particuliere handen 5). Het zou
kunnen, dat dit eerst na 1497 plaats had, want nog in 1480,
1481 en 1497 wordt aan den rentmeester van het klooster
Uit dit oppervlak kan men den omvang van den plattengrond berekenen
of ziek aanschouwelijk voorstellen, als men daarmede vergelijkt de 20 roeden
schaliedak „opte nieu stedehuus op die earner van den raed", in 1455 gelegd
volgens Kesteloo IIhl. 22 ((54) en ook dc 81 roeden op ;s-Gravensteen. Zie
Kesteloo I, hl. 24 194. en Archief Z. G. VIII, hl. 144.
2) Kesteloo I, hl. 24 (194) en hierna onze Kaart No. 2 plan 4.
3Zij was met een cijnsplicht aan de Minderbroeders bezwaard, want zij en
niet het wachthuis, werd aan de zuidzijde van het stedehuis gevonden.
4) Kesteloo I, bi. 29 (195) en 41 (211).
5) In dat jaar nog der stede zaal genoemd. Zie Kesteloo II, bl. 28 (70).