84 ontdekt men, dat deze van de Groenmarkt tot aan perceel B 5 eene parallelle breedte beeft, doch van daar tot de Markt zich verengt. Door versmalling, na den brand van 1S57, van het pand, vroeger Arnemnyden genoemd, is de uitgang van de Lange Burg breeder geworden, maar eertijds was hij zeer eng. Daar deze straat eerst na het jaar 1301 aangelegd zijn kan, moet daarbij een niet te verwijderen pand de oor zaak geweest zijn van dien engen uitgang. Dit kan een par ticulier eigendom geweest zijn, dat men door aankoop niet machtig kon worden, of men moet eerder aan de hall a denken, juist bij de Markt op hare plaats, en wier bestaan in het jaar 1271 reeds wordt geconstateerd, 1) misschien met een steegje of stoep naar den waterloop, noord er langs, voor- looper van den ingang van de Burg. Indien de hal al aanstonds hier gesticht isdan moet zij zeker als het eerste der drie st.adsgebouwcn aan deze plaats beschouwd worden, waarnaast na 1301, misschien in 1304, het stedehuis en het vleeschhuis verrezen. Yan een stedehuis wordt in de akte niet gesproken, wel van een pretorium, dat de beteekenis heeft van schoutshuis en met 's-Gravenschepenhuis identisch moet zijn 2). IX. Infra Yallum. Dit opschrift //binnen den wal", dat ik ontleen aan de Lijst van de Grondbezittingen der Abdij van Echternach 3), be paalt den omvang van mijn onderzoek naar de openbare ge bouwen en stichtingen, daarbinnen opgericht. 1. Het praetorium. Niet één bewijs heb ik in de oudste akten gevonden, dat i) Oorkb. IIno 212. 3) O. Archief M. qo 56 A.0 1356/7. 3) Nt/ho/fs Bijdr. III 6, bl. 295 uo 27. Door mij verkort tic Lijst van iiclbternach genoemd. Zie hiervoor bl. 2 noot 1.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 106