179
en Zeeland (11571190) verleenden tusscken de jaren '1168
en 1190 aan 400 gemeten lands van de kerk van de geze
gende Maria te Middelburg (reeds vroeger daaraan geschonken)
vrijstelling van schot 1). In Maart 1248 s) wordt omtrent
300 gemeten de vrijdom van schot en bede bevestigd en
uitgebreid tot alle heervaart, behalve de grafelijke, en dat niet
alleen voor de 1J/2 hevena zonder plaatsbepaling, maar ook
voor 14 gemeten te Westsouburg.
Den 17 Februari 1250 wordt diezelfde vrijdom verleend
voor 114 gemeten te Westsouburg s). Hier hervinden
wij de 14 gemeten van de vorige akte en 100 gemeten, die
met de 300, daaraan vooraf gaande, de oorspronkelijke 400
gemeten van de eerste akte aanwijzen.
Den 4 Mei 1272 4) wordt de vrijdom van de 100 gemeten
te Westsouburg tegen weerspraak gehandhaafd, en eindelijk
den 29 Augustus 1273 5), bij gelegenheid van den aankoop
van nog andere 400 gemeten te Oostkapelle, nogmaals om
schreven, wat de aard is van den vrijdom van de 11j2 hevena
en van de 14 gemeten, van beide afzonderlijkmet vernoeming
van de Yijf ambachten en Brigdamme, waarin de l1^ hevena
gelegen waren.
De 114 gemeten in Westsouburg waren dus
twee p a r t ij e n lands. De eene groot 14 gemeten zonder
verdere plaatsbepaling, en de andere 100 gemeten of eene
hevena. Van deze 100 assigneert de Abt A° 1332 nog 48
gemeten 100 roeden in het ambacht van Pieter van Souburg
en even zooveel in dat van Jan Pieters van Souburg. Deze
97 gemeten 200 roeden (1 gemet verschil) staan in 1349
op den Abt geassigneerd in het ambacht van Pieter van
Souburg.
l) Arch. O. L. Vr. A. lies:. 1. (c. A° 1180).
2, Arch. O. L. Fr. A. Reg. 29. Maart 1248.
3) Arch. O. L. Vr. A. lieg. 31.
Arch. O. L. Vr. A. lieg. 59 en Van den Bergh, Oorlcondenb. II, u" 198.
5) Arch. 0. L. Vr. A. lieg. 68.