128 en dangierendewelcke mogen wesen in liet incomen van dese port ofte plaets, sal de magistraet hierby geobligeert sijn ge- duyriglijck te onderhonden de merckenbakenstonnen en boeyen aen liet incomen van en binnen liet canael, geleydende aen dese stadten alle plaetsenwaer het sal noodigk bevonden werdenalsmede datter verstandige ende geƫxperimenteerde piloten en pinklieden tot koste van de Schotse schepen, die sulcx van nooden hebben, gestelt werden tot het in- en uyt- brengen der schepen, de Schotse natie aenbehoorendein storm- achtighmistigh en duyster wederende so dickmael de voor schreven piloten ofte pinklieden sullen te wercke gestelt ende gebrnyckt werden, maer niet anders in geenderley wyse, sullen sij loon hebben volgens het reglement op ordinaire gevallen by de magistraet mitsgaders den Conservateur of sijn depute daertoe gestelt. Ende byaldien door tempeest ofte storm eenige schepen van de Schotse natie quame in perikel te wesen, en dat tot baer behoudenisse de schipper gedwongen ofte genoot- saeckt was den piloot of pinkman overloon te belooven of afgeperst wierdt voor het inbrengen van de voorschreven schepen in dat geval sullen de schippers, wanneer gearriveert, niet gehouden sijn alles te betaelen, dat belooft was, maer dat de magistraet deser stede tselve modereren sullen naer recht, bil- lickheyt en reden, a) waerdoor alle extorsie en overloon in sodanigen gevalle voorgecomen mogen werden. 8. -) Dat de schepen van de Schotse natie, aen de voor schreven stadt Vere of plaets comende, sullen wel geaccomo- deert werden met een ruyme en spatieuse haven en kaye tot het behouden, leggen ende lossen van de voorschreven schepen en goederen, de magistraet sal hierby gehouden sijn haer te appointeren de geheele kayedaer de Schotse schepen in voorigen tijt van sijn gedient geweest, van de groote brugge tot over het huys van dheer bailliu Co sink, voorhenen genaemt den Het du volgende ontbreekt in het Contract van 1675. 2) Vgl. 1675 art. 8.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1905 | | pagina 164