137
straefc by desendat die van de Schotse stapel mogen in haer
dienst nemen sodanigen doctoor in de medicyne, chirurgijn,
barbier en apothecair, als haer goetduncken sal, sonder tegen-
seggenwelcke oock genieten sullen alle sodanige immuniteyten
en privilegiënals door recht en gebruyck de doctorenchirur
gijns en apothecairen deser stede eygen sijn en toecomendealle
andere doctoren, apothecars en chirurgijns deser stede sullen
oock vryelijck toegelaten werden te practiseren onder alle die
van de Schotse natie, hier residerende, gelijck oock door de
magistraet belooft wert aen den chirurgijn van de Schotse
natie een bequame vrywooninge. üe magistraet is by dit
articul gehouden te versorgen en appropriëren tot het gebruyck
van die van de Schotse stapel een bequame plaetse voor hare
coopluyden en factoors om hare schaapvellenhuyden of
andere goederenwelcke in perijckel sijn van door water of
andersints schade te lydenin te verlugten en droogen
insgelijcx die van de voorschreven natie toe te staen een
bequame plaets binnen ofte naby dese stadtalwaer sy mogen
resorteren tot het plegen van hare lighamelijcke recreatie,
alsmede aen de Conservateursijn depute, court-officieren
kooplieden en factoors libertijt en vryheyt om te vissen
schieten, jagen en met de valck uytgaen in alle plaetsen onder
de jurisdictie van dese stadt, sonder belet, verhinderinge ofte
molestatie, op deselve vrydomme als die van de magistraet
sijn hebbende.
20. Ende byaldien twelck Godt verhoede dat
door oorsake van eenige inlantsche oorloge ofte peste het volck
van de Schotse natie tot haer eygen selfs securiteyt en be-
houdenisse dese stadt niet en mogen frequenterensal het
haer dan geoorloft sijn haer persoonen, goederen en coopman-
schappen vryelijck te transporteren naer eenige stadt ofte
plaetse, daer het haer goetduncken sal, mits conditie nogtans
altijts, dat voor haer vertreck sy betaelen hetgene sy gerech-
Vgl. 1675 art. 20.
