174
In eene regeling betreffende den vrijdom van dijksonder-
boud door de //heren, dien tgouvernement van den lande
van Walcheren bevolen is" Abt, StadsregeeringRent
meester, later de Staten van Walcheren van 4 Juni 1459
lezen wij het volgendedat hier in extenso volgt
//Opten vierden dach in Junio anno XIIIICL1X was by den
heren, dien tgouvernement van den lande van Walcheren be
volen isoverdragendat men alle tlantdat binnen den-
zelven lande gelegen is, dair men geene vryheit of en vermet,
ca velen sal in der dijckaigen ende elcx bringen op zynen rechten
dijcxstael. Ende al tlant, (dat) overgegeven is voir vrylant,
hetzy vronenhaymanlantleenlantbatelant ende andersdairof
zullen Symon Heinricxz. van Grijpskerke Willem Adriaens
zone van Schellacht ende Cornelis Paüwelsz., scepene in
Middelburch, informacy nemen; ende tgene, dat zy by den ouders
by hairen eede gehoirt bevinden, dat noit oncost in der dijc
kaigen in watergelde noch in nieuwen eerften gegouden
en heeft, dat zal vry blyven. Yoort zo zal al tlant vry blyven,
daer handvesten ende brieven of zijn van vry heden, dairt clairlic
by blyken mach, dattet geenen oncost sculdich en is. Enist,
datter eenich lant is, dat men niet claer bevinden en can,
oft sculdich is vry te wesen of niet, daer x) zullen die per
sonen, die die voirscreven aerve toebehoort, of gehauden zijn
hairen eed op te doene mit twee van hoiren magendattet over
dertich jairen ende daertevoren vry geweest heeftende dat
zy niet en hebben hoiren zeggendat oyt oncost gegouden
heeft, noch dattet oncost sculdich is te geldene in dijckaigen,
in watergelden, in sluysen of in nieuwen aerften. Ende
alle diegene, die geene vryheyt in der manieren voirscreven
bewysen en connenof die by der voirscreven informacyals
voirscreven is, niet ontlast en worden, die zullen mit huere
aerve van nu voortan gehouden zijn (in) alle oncosten van allen
dijckaigen, watergelden, nieu aerften, die op tvoirscre-
Het HS. heeft: dat.