176
komen bij kosten van nieuwe aerften, d. i. nieuwe in
lagen die in het land eventueel zouden moeten worden gelegd.
Deze verklaring van het woord wordt bevestigd in hetgeen
is medegedeeld uit de rekeningen van Middelburg door den
Heer Kesteloo in het Archief van hei Zeemosch Genootschap.
Daar leest men, dat in 1426 gesproken werd over het maken
eener nieuwe inlaag te Vere, en in 1429 was daar gewerkt
aan de nye warfte (het woord is verkeerd afgebrokenmen leze
nyew-arfte) ten noorden en ten zuidenwaarvoor drie grooten
per gemet gevorderd werden en waarvan den 16eu Augustus 14-30
op het stadhuis te Middelburg rekening gedaan werd, onder
vermelding, dat het het maken van nieuwe dijken
betrof. In dat jaar 1429 werd ook het maken eener inlaag ten
westen van Welsinge beraamd. Tn 1439 werd dan ook o. a.
gewerkt //up die nye warfte te Welsinghe ende ter Vere".
[Archief Zeeuwsch Genootschap V blz. 252 en 253.)
Tn een verbod van de Regeering van Middelburg van 23
October 1456 staat te lezen: //alle dieghene, die der stede
tachter ende sculdich siin van dijckaetse, watergelde en nyeu
arfte[Oud Archief MiddelburgInventaris De Stoppelaar
nr. 307).
Ook in Schouwen kende men het woord. Men vindt reeds
in de bekende ordonnantie van Tax van Beieren betreffende
het dijksonderhoud op Schouwen van 14 October 1423 f
//Wairt oic, dattet namels gebuerdedat men nu wen erf ten
soude moeten maken in Schouwen, dair sal elc of maken ende
dykeu siin vijftendeel, gelijc als men voirtijds gedaan heeft,
behoudelic dat die van Zuytlant ende dat Poirtambocht altoes
hebben ende behouden sullen sulck vordel, als hiervoir ge-
roert staat, dats te weten van den sevenhondert ende twee-
hondert gemeten voirscreven." (Origineel op perkament met
het zegel van Jan van Beieren in roode was in het Archief
van Zieriksee)Algemeen RijksarchiefMemoriaal finds Johan-
nis 1422142-3, Gas V"150Van Mieris IV blz. 699). Reeds
in de uitspraak van Ploris V over de dijken van Schouwen