7
Na Luther's dood zijn die gevoelens weder sterk verbreid ge
worden. De meest bijzondere verschilpunten tusscben de An-
tinomianen en de Gereformeerden liepenover den aard en
de wijze waarop de zaligheid verworven is, over de toereke
ning der gerechtigheid van Christus' verdiensten, over de
regtvaardigmaking, over het genade verbond en de goede werken
en over de prediking van wet en Evangelie. liet schijnt, dat
door de talloos vele twisten op theologisch gebied een ieder,
die slechts afweek van de kerkleer, werd verdacht van Spino
zisme. Onder de benaming '/Antinominianen" werden van
1680 tot 1740 al diegenen begrepen, die behoorden hetzij tot de
secte der Verschoristeuhetzij der Hattemisten of die der
aanverwante Buytendijckers. Antonius van der Linde noemt
als eersten leerling en apostel van Spinoza: Eriedrich van
Leenhof in 1647 geboren en in 1681 predikant te Zwolle.
Voorts Wilhelm Deurhofe 1650-1717, een leek, een war
hoofd, die door zijn philosophiscli theologisch Abracadabra
zulk een invloed verkreeg, dat de professoren Wittichiüs,
Taco Hajo van den Honert, Andula, Burmann en Cremer
zich genoodzaakt zagen hem openlijk te weerstaan. Jacob
Verschoor, geboren in Vlissingen, werd reeds als candidaat
in de theologie onder censuur geplaatst. Zijn invloed in Wal
cheren was zeer groot, vooral bij de aanzienlijken in de Mid-
delburgsche regeering en den Waalschen kerkeraad. Op het
buitenverblijf te West-Souburg, waar vroeger Marnix woonde,
hield hij vergaderingen. Later trok hij naar Leiden. De
volgelingen bestudeerden de Iiebreeuwsche taal om de H. Schrift
beter te kunnen verstaan en werden Hebreën genaamd. Een
tijd lang na Verschoor's dood schijnt de secte verdwenen te
zijn maar de denkbeelden bleven en werkten door. Twintig
jaar duurde het leven der Hebreën als partijdaarna sloot
zij zich aan en ging op in de intusschen opgestane richting,
in het leveu geroepen door Pontiaan van Hattem 1641
1706. De invloed van dezen man is veel grooter en mach
tiger geweest dan die der vorigen. Pontiaan van Hattem,