12 kreeg hij zijn recht om beroepen te worden in de Hervormde kerk. Zijn grootvader, denzelfden naam dragende, is predikant te Dordrecht geweest. Deze had drie zonen: Pieter, Gaspar en Samuel. Wiens zoon onze Gosuinus was, schijnt niet bekend. Hij werd door het collegium qualificatum tot herder en leeraar van de gemeente Schore en Ylake beroepen op den 28'u'11 October 1701, doch werd niet bevestigd voor Augustus van het volgende jaar. Aanstonds na zijne beroeping werd eene beschuldiging tegen hem ingebracht, die aan de classis van Goes gewichtig genoeg voorkwam om de op hem uitge brachte beroeping niet goed te keuren. De aanvang van zijn dienstwerk ging dus met groote moeielijkheden gepaard. Bui- tendijck werd beschuldigd, dat hij op zijn reis naar Goes, in het beurtschip, op den. dag des Heeren, met de kaart had ge speeld met twee boekverkoopers, een uit Botterdam en een uit Dordrechten dat hij daarmede veel geld gewonnen had. Yele classes in Zuid-Beveland brachten protest in, en de be roeping werd niet geapprobeerd. Reeds bij zijne verantwoor ding toonde Buitendijce, dat hij wat mans was en moeielijk zich kon onderwerpen aan boven hem gestelde machten. Zijn optreden en later zijn werken toonendat hij een moeielijk karakter had, gemakkelijk tot verzet geneigd, opvliegend en uitdagend. Hij verdedigde zich, na het feit der beschuldiging erkend te hebben, met. de mededeeling, dat hij slechts weinig had gewonnen, en dat hij voor het geld, dat hij verkregen had bij 't kaartspel, een paar nieuwe schoenen gekocht had voor den jongen van den koster, die hem het beroep over bracht. De classis van Goes werd door hem beschuldigd van onbroederlijke handelingen. Toch werd hij bewogen om zijn diep berouw en leedwezen o^er de gepleegde daad te betuigen. Nadat hij eenigen tijd onder streng toezicht der classis had gestaan, werd eindelijk in 1702 zijne beroeping goedgekeurd, nadat hij het gewone onderzoek voor de classis had ondergaan. Dit onderzoek gaf //volkomene genoegen". Den 13le 1 Augustus werd hij te Schore bevestigden des middags hield hij zijne

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1905 | | pagina 48