14 Buytendijck bij acte van 5 Januari 1710 met de classis als rechter te handelen en weigerde de gedeputeerden der classis toegang tot zijne vergadering. De classis moest toen de be zwaren inbrengen bij de ambachtsheeren en daarna bij de Staten van Zeeland, die meenden, het best te handelen met aan Buy tendijck te raden zich aan de classis te onderwerpen. Hij wei gerde evenwel bij request van £8 Januari, verzocht voor zijne competente rechters (de consistorie) te worden terecht gesteld of anders schriftelijk met de classis te mogen handelen. De zaak bleef slepende, en eerst op den 17dcn Augustus 1710 geschiedde er iets dat beslissend werd. Op dien dag predikte Buytendijck in de gemeente 's-Gravenpolder naar aanleiding van Romeinen 4:1, 2-3 Wat zullen wij dan zeggen, dat Abra ham, onze vader, verkregen heeft naar het vleesch? Want indien Abraham uit de werken gerechtvaar digd is, zoo heeft hij roem, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift: En Abraham geloofde God en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. Naar aanleiding van hetgeen hij toen zeidebeschuldigde men hem1° dat hij niet goed gereformeerd was2° dat hij een verloochenaar van Christus was en 3° dat hij een atheïst was. Men beweesdat hij over het geheel de stellingen van Pon tr a an van Hattem volgde, en vier predikanten getuigden tegen hem. Nu besloot men in de classis, de zaak met allen ernst te be handelen en de aanklagers te hooren. Den 4den Mei werd bij resolutie der Staten bepaald, dat er tegen den 5den October eene coetuale vergadering uit de vier dassen der provincie zou worden gehouden, onder voorzitting der Gecommitteerde raden Van de Perre en Eversdijk, waarvan Buytendijck 7 Sep tember 1711 kennis kreeg. Het blijkt, dat Buytendijck niet gaarne zich uitsprak. Hij spande er weer zijn kerkeraad voor en zocht door protesten omtrent de wettigheid zijner rechters tijd te winnen. De kerkeraad weudde zich met een tweeledig geschrift met ééne bijlage, tot de coetuale vergadering, '/strek kende ten betoog, dat alleen de kerkeraad ter eerste instantie

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1905 | | pagina 50