17
deelden aan de kleine pijpjes8° dat water was Ckristi leer
van de eeuwige waarheid, en met die te beschouwen door
't geloov, werd'er een vergenoeging geboren; 9° het was een
leere Belials, een modder, die den dorst niet wegneemd, den
mens voor te schrijven doen en latenweenendroevig zijn
met de tollenaar op de borst te slaan; 10° de wortel van alle
zonden, de hooftsonde, was het ongeloov; 11° het eeuwige
leven bestond in vergenoegd te ziju; 12° men moest aan alle
menssen den vrede prediken, sonder zig te bekommeren, of
zij daar deel aan hadden; 1-3° de wedergeboorte bestaad in
't afleggen van dat verkeerd oordeel, alsof God op ons ver
toornd was; 14" yder had maar te geloven, dat Christus zijn
Zaligmaker was; 15° Christus had de Wet, r»p Zinaï gege
ven, met zijn komst t' eenemaal afgeschaft; 16" een Christen
moest geen andere begeerte hebben, als om zijn naasten tot
God en Christus te brengen17° de zalige hope zoud daarin
bestaan, dat de geheele wereld sal bekeerd worden; 18° dat
Buytendijk de vijvde bede dus had verklaard, dat een gelovige
daar bid, dat God het hert van een onwedergeboorne gelievde
te openen, dat hij den gelovigen besclioude, gelijk hij, gelo
vige, den ongelovigen besclioude, onderstellende dat een onge
lovige den gelovigen altijd sondig besclioude; 19° over Hand.
14 l)dat de Wet leugen en het Evangelium waarheid was;
dat de wet onderstelde een Souvereyn, die de wet geevd en
den onderdaan, wanneer hij die onderhoud, beloond, maar
overtredende straft, dog dat God zoo een Wet aan den mens
in eeuwigheyd niet had gegeven; 20° over Romeinen 10 1 2)
dat een gelovige noyt den ongelovigen oordeelde, maar daarvoor
bid, integendeel dat de ongelovige den gelovigen altijd oor-
Hand. 14. Paulus en Barnabas prediken en doen wonderen te Ieonium
zoo Heidenen als Joden gelooveu waardoor groote oneenigbeid en een oploop tegen
hen ontstaat.
3) Hora. 10 1. Broeders, de toegenegenheid mijns harten en
het gebed, dat ik tot God voor Israel doe, is tot hunne zalig
heid.
Archief 1905 2