25
Zeer velen behooren tot de Hervormde kerk en zouden thans
niet meer toelaten beoordeeld en veroordeeld te worden, hoe
wel zij de leer der kerk niet belijden, ja zelfs dikwijls niet
kennen.
Wij zien op den strijd van die dagen neer, en dikwijls komt
er een lach van de lippen. De mannen van die dagen zouden
zeker, indien zij thans konden rondzien, vol verwondering en
droefenis wezen. Die mannen waren op geestelijk gebied men-
schen uit één stukmenschen met eene onwrikbare overtuiging
die zich den tijd gaven de vraagstukken langdurig en grondig
onder de oogen te zien. In onzen tijd is men vluchtig
en oppervlakkig en dikwerf luchthartig in de heiligste zaken
de overtuiging des harten rakende. Toch komt er een vragen
naar het in eere brengen van de confessie. Zeker wij weten,
dat geene resoluties en vervolgingen kunnen beletten de vrij
heid der gedachten; maar meer en meer wordt er geëischt (en
terecht) schier door allen, dat de kerk weer iets van hare
oude kracht toone. Een buigen voor Objectieve Waarheid
wordt gezocht; een breken met geloof of een belijden is eisch
der oprechtheid. Het is ons vaak, alsof meer en meer wordt
erkend de Waarheid van het woord, waarmede Dr. van Nes
zijn boek over de nieuwe mystiek eindigt: //Per Mem ad visio-
nem", of het oudere van den apostel Paulus: //Het geloof
is een vaste grond der dingen, die men hoopt,
en een bewijs der zaken, die men niet ziet."