31
tevredenj en drongen thans er op aan, dat alle vrijdommen,
aan de Engelsche en Schotsche kooplieden voorheen verleend,
uithoofde van den laatsten oorlog voor vervallen zouden ver
klaard worden, en dat die niet weder van kracht zouden zijn,
dan voor zoo verre zij bij de laatste tractaten opnieuw waren
bevestigd. In de Statenvergadering ondervonden ze veel steun,
en ook het rapport der commissie over hun voorstel viel te
hunnen gunste uit. De regeering van Dordrecht, bekommerd
over dezen gang van zaken, verklaarde den lé December,
dat de vereischte goedkeuring door de Staten, genoemd in
artt. 33 en 40 van het concordaatdie van de Schotsche
natie in ons regart niet en zou prejudicieeren'", x) en
leverde den 19 December het concordaat bij de Staten in,
dat ter onderzoek werd gesteld in handen van de ridder
schap en gecommitteerden tot de zaken van Engeland. Am
sterdam deed desgelijks met de overeenkomst wegens de
posterijen, 's Anderen daags beklaagden zich ook nu de Am-
sterdamsche heeren in de Staten, dat William: Davidson ge
weigerd had, zijn aanslag in den duizendsten en tweehonderd-
sten penning te betalen, bewerende, dat hem zulks door den
koning van Engeland verboden was. Zij verzochten nudaar
Davidson zich stilzwijgens metterwoon naar Dordrecht begeven
had, dat de Dordtsche regeering voor de invordering zou zorg
dragen en hunne cohieren van zijn aanslag mochten ontlast
worden. Deze zijdelingsche aanval werd nog versterkt door de
afgevaardigden van Rotterdam, die aanmerking maakten op de
vrijdommen van schattingen, contribution enz. aan de Schotsche
court verleenden wel voornamelijk op die van den bier
impost, door Dordrecht in admodiatie genomen, wat volgens
Rotterdam strijdig was met bestaande bepalingen. Zoo hoopten
zich de bezwaren opeenen daar de Oudraad wel voorzagdat
op de eerstvolgende dagvaart -veen prejudicable resolutie jegens
//de Schotsche court zou worden genomen'", droeg hij den af-
Zie no. 6.