32
gevaardigden op, zich '/ten uiterste te bevlytigen en krachtig
de wettigheid van 't concordaat te presenteeren en te defen-
deeren tegen alle cavillatiën". Inderdaad, in de Statenver
gadering van 14 Eebruari 1669 kwamen de Eotterdamsche
heeren met het voorsteldat de Schotsche conrt geen stapel-
noch toondagen te Dordrecht zou houden, voordat het con
cordaat door de Staten zou goedgekeurd zijnen dat aan den
Koning van Engeland zou geschreven worden om de intrekking-
te verzoeken der acte van 19 November 1668 waarbij
Dordrecht, //als wesende d' aldercommodieuste of bestgelegen
plaetswas aangesteld tot een stapelpoort van Schotland". De
invloed der Eotterdamsche voorstellen en aanmerkingen was
zeer wel merkbaar in het rapportdoor de gecommitteerden
over het concordaat uitgebracht. Het concludeerde op onder
scheidene gronden, vooral, omdat de vrije handel zou worden
verkort, dat de regeering van Dordrecht het gesloten contract
moest laten varen, en dat aan den koning van Engeland de in
trekking der acte van 19 November zou verzocht worden. De
Dordtsche heeren, wel inziende, dat de zaak in hun nadeel
zou uitloopen, besloten in hunne vergadering van 18 Eebrnari
1669 het concordaat in overleg met den Conservator te her
zien en de artikelen, die in de Statenvergadering het meest
aanstoot hadden gegeven, te veranderen. Tot zoo lang zouden
zij wachten met in de Staten zich over het uitgebrachte rap
port ten principale te verklaren. Den 23 Februari d. a v.
werden echter door de Staten allereerst de vrijdommen der
Engelsche court afgeschaft, en tevens de conclusiën van het
rapport betreffende de Schotsche court in eene resolutie gecon
verteerd -) Alleen werd uitdrukkelijk verklaard, dat het
//den leden der provincie zou vrystaan buytcn soodanige con
tracten de Schotsche en alle andere kooplieden in hunne plaat
sen te- laten verbleven en hun ook vrye huisvesting te ver
schaffen" en andere voordeelen, van hen afhangende.
Deze acte is niet voorhanden. 2) Zie nos. 8 en 9.