39
vinden, maer niet langer dan het haer goetdunktte verstaen
dat de magistraten sal continueren het salarisdie de predicant
tegenwoordigh geniet, te betalen tot en soo langh den Heer
Conservator off sijn gedeputeerde goet dunken sal.
6. Concordaat art. 5.
7. Concordaat art. 7.
8. Concordaat art. 8.
9. Concordaat art. 9.
10. Geïnsereerdt.
11. Concordaat art. 18.
12. Concordaat art. 20.
14l). Concordaat art. 13.
15. Concordaat art. 21.
16. Concordaat art. 12.
17. Concordaat art. 11.
18. Concordaat artt. 22 en 23.
19. Concordaat art. 24.
20. Concordaat art. 10.
21. Concordaat art. 27.
22. Concordaat art. 28.
23. Concordaat art. 29.
24. Concordaat art. 30.
25. Concordaat art. 31.
26. Concordaat art. 32.
27. Concordaat art. 33.
282). Dat in cas van eenige verschillen die soude mogen
co men te ontstaan tusschen een der Schotse natie en de in-
woonder der stadt, lietsy inboorling off vreemdelinghden
aenclager gehouden sal sijn sig ten eersten te adresseeren aan
den Heer Conservator om redres; en in cas van grieven sal
het denzelven geoorloft sijn, wesende een inwoonder, in dat
Art. 13 ontbreekt.
Het HS. beeft: 26. In margine staat: te stellen conform 't 16 articul
met die van de court, mutatis mutandis. Vgl. 1612 art. 10 en Concordaat
artt. 34 en 85.
