IX
de avondvergaderingen niet meer bij woontmoesten wij zijne
bespreking van de '/ingekomen voorwerpen" altijd een
glanspunt van den avond missen. Ik doe niemand te kort
door de verklaring, dat Dr. De Man in ons jongeren wel op
volgers, maar geene plaatsvervangers gevonden heeft.
In het personeel der conservatoren kwam geene ver
andering, zoodat het aldus samengesteld blijft:
Bibliotheekde heer J. Broekema.
Zelandia illustrata: de heer M. Fokker.
Handschriften: de heer W. O. Swaving.
Penningen en munten: Mej. M. G. A. de Man.
Geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden: de heeren
J. A. Frederiks en Mr. B. F. W. von Briicken Fock.
Fossilia (alle in den grond of het water gevonden voorwer
pen de zoogenaamde steenen kamer)de heer J. A. Frederiks.
De ouderwetsche kamer: de heeren J. A. Frederiks en Mr.
B. F. W. von Brucken Fock.
Porselein en aardewerk (ceramiek)de heer Mr. W. Polman
Kruseman.
Ethnographische voorwerpende heer L. A. E. van der Ley.
Zoölogie (voor zoover niet onder andere verzamelingen be-
hoorende)de heer Dr. J. C. de Man.
Opgezette vogels: de heer W. Chr. Noske.
Entomologie: Mej. Marie de Bruyne.
Conchyliën: de heer J. C. van der Harst J.Jz.
Ivlineralia en voorwerpen van geologischen aardde heer
Dr. B. van der Laan.
Botanica: Mej. A. P. Ogterop.
Schilderijen, platen en portretten: de heer Mr. W. Polman
Kruseman.
In de samenstelling van de commissie voor de lees
kamer en van de oudheidkundige commissie kwam
geene verandering.