98
die zeer openhartig is" en //aan wien hij banden gevoelde
in den Heere". 3)
Een en ander kwam spoedig ter kennis van Wijn and en
door dezen van den kerkeraad van Biggekerke.
Eene correspondentie volgdeen de heer Den Ouden kreeg
van de broeders de vereerende opdracht om '/te helpen voorzien
in hunne openstaande leeraarsplaats". 2)
En deze kweet zich op loffelijke wijze van //de aangenaame
en in opzien tot den Heere op zich genomen taak". 3)
Moeite noch kosten ontziet hij om den kerkeraad over den
persoon van Budding nauwkeurig in te lichten. 4) Om dezen
was het de broeders dan ook te doen. En Wijnand, de
president-ouderling, is weldra (27 Augustus) zoo gelukkig, den
consulent te kunnen berichten, dat hij //beste getuigenissen
bekomen had aangaande Budding". 5j
Yier dagen later den laatsten van Oogstmaand alzoo
predikte candidaat Budding volgens afspraak op proef naar
aanleiding van een vers uit Johannes Y en wel //tot alge
meen genoegen van kerkeraad en gemeente". 6)
Een deel van den kerkeraad vervoegde zich onmiddellijk bij
den consulent Ds. Eijnebuik, opdat deze de noodige stappen
daat bij liet Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht. Zie over het geslacht en het
geslachtswapen van Budding o. a. Gunning, E. J. Budding. Leven en Ar
beid, bl. 249. Voorts D. Buddingh Eet boetrecht, bevattende een oudheid-,
geschied- en letterkundig ondersoek naar den oorsprong en naambeteekenis van
het geslacht Budding enz. (niet iu den handel).
Zie brief van J. H. den Ouden aan M. Noels (18 September 1834).
Zie brief van J. H. den Ouden aan M. Noels (18 September 1834).
3) Zie brief van J. H. den Ouden aan M. Noels (18 September 1834).
i) Zie brief van J. H. den Ouden aan M. Noels (18 September 1834).
5) Zie Aktebock v. Biggekerke (VI) 18321S76.
Zie Gunning E. J. Budding. Leven en Arbeid. Goes 1883.
Na afloop van deze proefpredikatie zei Wijnand, de president-ouderling, tot
Budding: „Ik twijfel er niet aan, of ge wordt hier beroepen." „Durft gijlieden
dit aan, en dat afgaande op een enkele preek?" vroeg de aanstaande dominee.
„Mijn preek van dezen avond kou wel gestolen zijn." „Neenneenuw spraak
maakt U openbaar"zei Wijnand en daarmede was de zaak beslist.