102
tot ulieden over en Hij make zijne bediening onder u heerlijk".
Dit te mogen vernemen"zegt hij'/zal ik dubbel beloond
zijn voor de aangenaame en in opzien tot den Heere
op mij genomen taak".
De kerkeraad van Biggekerke bleef niet in gebreke, den
heer Den Ouden zijn //hartelijksten dank" te betuigen //voor
de door Z.Ed. op zich genomen moeite, in het helpen voor
zien van hunne openstaande leeraarsplaats". x)
V. Besognes voor. den beroepen Proponent.
De volgende weken waren dagen van drukte en beslom
mering voor den aanstaanden leeraar van Biggekerke. Als
student had Budding buiten de colleges slechts te maken ge
had met zijne hospita en zijne beurs. En voor de laatste
zorgde zijn vader nog, een brouwer uit Khenen, die er goed
bij zat. 2)
Nu moest hij zelf een huishouden opzetten en als een on
getrouwde dominee eene vrij ruime pastorie betrekken, en
dat nog wel in den winter. Eene pastorie, die Budding
slechts //ter loops nad gezien"'. 3j Hij vraagt naar de ka
mers het aantal ramenkasten en slaapplaatsen en op "s vaders
advies doet hij de noodige brandstof nl turf en hout opsteen
kolen zoo niet, want hij houdt meer van een //open vuur" dan
van eene kachel. En alles wordt door den ordelievendenaan-
Zie brief van J. H. den Ouden aan Noels (18 September 1884) en aan
den kerkeraad van Bêkerke (18 September 1834).
De vader van Budding was langen tijd lid van den Raad, later ook
Wethouder van Rhenen.
a) De pastorie te Biggekerke was toenmaals een lang gebouw van slechts
ééne verdieping, waarvan in 1839 een gedeelte, de zoogenaamde „hoogkamer",
die twee vertrekken bevatte, aan de burgerlijke gemeente is verkocht, ten einde
ze tot eene school te verbouwen. Bij die gelegenheid is op de pastorie eene
boveuverdieping gezet. 'Zie Weelemakeb, Biggekerke 1904).
„De pastorie is mij zeer meegevalleu"schrijft Budding „want ik had gedacht
er slechts drie ol ten hoogste vier kamers te zullen vinden". Zie brief van Ds. H.
J. Budding aan Noels (28 October 1834).