103 staan den leeraar zoo tot in de kleinste bijzonderheden beschre ven, dat vergissen schier niet mogelijk is. 1) De vrienden zijn bereid genoeg, hunnen beroepen predikant in alles ter wille te zijn. Het moeilijkste komt echter achteraan. De dominee zoekt ook eene huishoudster, //geschikt van humeur"', «zindelijk1' en daarbij //eerlijk", liefst eene boven de veertig jareu of //om die streek'". Er zijn er wel te Rheuen, die mee zouden willen naar Biggekerke, maar die zijn hem «te jong". De proponent had nog eene moederlijke moei, //tante Ditta" 3)maar ze was al zoo oud, ze kon niet mee naar het verre Zeeland, en zijne eenige zuster evenmin; want weldra is ze de bruid. Als het dus niet «te veel gevergd" is van de vrienden, dan bieden zij hem hulp. Nu, het was niet te veel gevergd. De vrienden vonden eene geschikte huishoudster, naar ze meenden. Ze voldeed aan alle eischen op één na. Ze was goedig, proper en eerlijk, doch «onder de jaren". Ze was nog geen veertig of om die streek. Doch dit had ze voor lang was ze in een en denzelfden dienst geweest. En dit von den de vrienden eene groote aanbeveling. Ook tante Ditta vond zulks, zooals later bleek. Er werd over geschreven Budding zelf had eerst nog al bezwaar; maar toen de familie tante vooral, het raadzaam vond, deze meid-huishoudster voor neef Huibeut te huren, legde hij er zich bij neêr, en scheen het hem toe «in "s Heeren weg te zijn, dat hij deze zou hebben". 3) t) Zie brief van Budding te Rlienen aan Noels (28 October 1834). '-) Vlej. Dirkje Sandbrïnk, zuster van Budding's moeder. J) Zie brief van Budding aan Noels (28 October 1834). „Vader neemt ook genoegen in dezelve", schrijft Budding in denzelfden brief. Te gelijk met Budding of anders kort daarop is naar Biggekerke meegekomen zekere juffrouw Van Nas, de tante van Budding's zwager, iemand van mid delbaren leeftijd. Hoewel geene familie van Budding, noemde bij ze altijd tante. Ze is hem in alle omstandigheden trouw gebleven en was hem vooral in de eerste periode van zijn optreden tot hulp en steun. In de kringen der Afge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1906 | | pagina 139