130 Budding aldaar. 1) Voorloopig bleef deze te Middelburg, eerst bij de w vrienden" later in eene eigen woning op Seisdam. 2) Van daar uit bereisde bij verschillende deelen van Zeeland. tiental jaren vroeger omstreeks 1822 in het land van Axel begonnen in „schuren en dergelijke onvoegzame plaatsen" voor „de oudebeproefde leer der waarheid" het woord te voerenwaardoor hijvolgens een van 's mans tijd- genootenalles behalve zijn vriend, „samenscholingen" veroorzaakte (Zie Van der Baan Geschiedkundige beschouwing van Zaamslag). Als zoodanig kan hij aan gemerkt worden als voorlooper en tevens bewerker der Afscheiding te Axel en Zaamslag. Overal „oefende" hijzelfs te Leeuwarden waar bij die gelegenheid een volksoploop plaats had. Behalve te Leeuwarden (7 December 1822) werd hij ook om het oefenen beboet te Goes (boeten en proceskosten samen f 385,20)wolk vonnis juist drie maanden later (27 Mei 1823) door de Middclburgsche rechtbank werd bekrachtigd. De meerdere kosten van appèl beliepen 3,60. In een Adres aan de Tweede Kamer ook aan den Koning (1S24)vroeg Vijgeboom als voorganger der „Herstelde kerk van Christus" te Axelnameus zijne geloofsgenooten de ou- belcmmerende uitoefening van hun godsdienst. Later kwam hij op zijne reizen, ook de Schelde over en vond in jhr. W. Versluys en zijne onderhoorigen be langstellende hoorders en op diens buiten eene veilige wijkplaats. Hij sloot zich bij de Afgescheidenen aan en „oefende"doch weigerde zich aan een examen te onderwerpen. Zie brief van Van de Luyster aan J. Minderhout 24 Januari 1839. Archief Gereformeerde kerk te Middelburg A. Ben ooggetuige een eenvoudige boerenarbeider verhaalde schrijver dezes van een dier samenkomsten het volgende. „Als jongen van 15 jaar zou ik Vijgeuoom ook eens gaan hooren. Ik kwam op „St. Jan" zoo werd het buiten van jhr. Versluis gewoonlijk genoemd en ging het hecle heerenhuis rondmijne oogen naar bovenom te zienwaar ik ergens wezen moest. Door de ramen zag ik „twee latten kruiselings" ge ïmproviseerde lichtkroon waarop kaarsen. Nu wist ik den wegen weldra was ik binnen. De kamer zat volik was juist de een en twintigste. De „oefening" was reeds begonnen. Dicht in de nabijheid van Vijgeuoom zat mijn heer Versluys. Zij ue latere vrouw en twee harcr zusters waren er ook. Een poosje later kwam er nog iemand binnen, net was de veldwachter van Dom burg. Die schreef de namen der aanwezigen op, wat eenigc stoornis veroor zaakte. Mijnheer Versluys betaalde later al de boeten." Vi.tgenoom vertrok uit Zeeland als „oefenaar" bij de Afgescheidenen te Bun schoten en deed daar al het mogelijke om leeraar tc worden. Zonder dien wensch verkregen te hebben is bij overleden. Zie over Vligeboom en de „Her stelde kerk van Christus": Dr. L. II. "Wagenaar llel „Réveil" en de „Afschei ding" S. van Velzen GedenkschriftKampen 1884. O. a. op Vrijdag 26 Augustus 1S36. -) In het perceel destijds Q 23.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1906 | | pagina 166