134 van den eerzamen De Mol onder Oudelande, zat de Middel- burgsche Afgescheidene gemeente in zak en asch. Op den singel buiten de Langevielepoort lag op Koude- kerke's grondgebiedde zoogenaamde Chineesche tuin1), eene soort uitspanningsplaats uit vroegere dagen. Het huis dat er bij behoorde, was een tamelijk ruim gebouw, waarin de vorige bewoner zekere Meulblok een kleinhandel in hout had gedreven. Bedoeld perceel eD omgeving waren het eigendom van jhr. W. Versluys van St. Jan ten Heere, die een en ander bereidwillig aan de Afgescheidene gemeente te Middelburg ten gebruike had afgestaan voor hare Zondag bijeenkomsten. Den eersten Zondag ging alles naar wensch. Maar in die week kwam den kerkeraad ter oore, dat sommige heethoofden een plan beraamd hadden om de volgende maal de samen komsten in den Chineeschen tuin gewelddadig te ver storen. In allerijl werd daarom 's Zaterdags de bijeenkomst voor den volgenden dag nog afbesteld. Door misverstand waren toch enkele gemeenteleden, onder wie ook Moorhoff en Geelhoedt, op deu gewonen tijd daar ter plaatse aanwezig. 3) De voorlezer Noels, onze bekende kruidenier uit d e n hou ten gevel, zou juist beginnen, toen eene woeste hoop zich voor de deur posteerde en door schelden, razen en tieren de vergaderden dermate bemoeilijkte, dat deze zich verplicht zagende samenkomst te sluiten en het vergaderlokaal te verlaten. Buiten gekomen, konden zij ternauwernood aan het ruw geweld ontkomen. 's Middags kwam de bende terug en begon het spel opnieuw. Maar nu was hun optreden nog driester Brutaalweg drong men binnen; stoelen en banken werden naar buiten geworpen en de glazen gedeeltelijk stuk geslagen. De burgemeester van Koudekerke, geassisteerd door den gemeenteveldwachter, 1) Thans het verbouwde perceel C 131 op den tramsingel bij den Nieuwen Vlissingschen weg. 2) Zie kerkeraadsnotulen van 16 en 17 September 1836.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1906 | | pagina 170