14a XY. Krachtsontwikkeling onder vervolging. Het jaar 1838 was een jaar van krachtsontwikkeling onder het kruis. Op Zondag 28 Januari 1838 predikte x) Budding voor de eerste maal in de stad Goes. En dat wel in eene schuur een soort bergplaats van hout in de Wijngaard straat, welke schuur in gemeenschap toebehoorde aan Leendert Glerum en Johannes de Jonge Jhz., beiden bakkers. Budding predikte dien Zondag driemaal, alleen 's avonds zonder stoornis. Onder het gebed kwam des morgens de commissaris van politie binnen met twee agenten. Regelrecht loopt hij op den prediker toe en verzoekt hem in naam des Konings de onwettige vergadering te sluiten. Doch Budding antwoordt: //Indien de saamgekomenen zulks verlangen, zal ik de vergadering sluiten, anders niet." Een poosje latei- zongen de hoorders een tweetal verzen 2) van psalm 119. Des namiddags kwam de commissaris met zijne dienders terug en hernieuwde zijn bevel van 's morgens, onder be dreiging, dat Budding zich voor den rechter zou moeten verantwoorden. Doch ook nu te vergeefs. In den avond dienst zag men den politiedienaar niet weer. Wellicht zat de man op zijn bureau het proces-verbaal te schrijven. Huibert Jacobus Budding, de //gedemitteerde predikant te Middel burg", zou er binnenkort wel meer van hooren. En de gast- heeren, de beide bakkers, eveneens. Twee dagen later ontvingen Budding en de geheele ker- keraad der Afgescheidene gemeente te Goes een bevel van dagvaarding. 3) Op Donderdag 15 Eebruari 1838 werd hunne zaak behandeld. Alleen Budding, de //gedemitteerde predikant", Geschiedenis van de Hervorming en de Hervormde kerk der NederlandenGro ningen Wolters. Zie Iels betreffende de geschiedenis der Christelijke Gereformeerde gemeente te GoesGoes 1886. 2) De verzen 75 en 76. J) Zie desbetreffend vonnis van 15 Februari 1838.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1906 | | pagina 178