147
Zoo dacht en sprak ook Budding. 1)
Geen wonder derhalve y dat Budding niet ingenomen was
inet de beweging, die zich later in meer dan eene Zeeuwsche
Afgescheidene gemeente ook in die te Middelburg open
baarde, om in eenig opzicht te voldoen aan het Koninklijk
Besluit van Juli 1836. 2) Het zoogenaamde //vrijheid vragen"
werd dan ook eene der oorzaken, waardoor verwijdering ont
stond tusschen hem en zijne talrijke Zeeuwsche vrienden.
De kwestie der Psalmberijmingen maakte de scheiding vol
komen.
XVII. De kwestie der psalmberijmingen.
Budding was in tegenstelling met den kerkeraad der ge
meente van Middelburg tegen de nieuwe psalmen, zoowel
om den inhoud als om de wijze van invoering. Die nieuwe
psalmberijming was volgens hem de eerste openbaring geweest
van den afval der vaderlandsche kerk. En ze was naar
hij zeide ingevoerd //op eene van God veroordeelde, on
reine manier door onwettige, hoogmoedige en onchristelijke
besluiten en handelingen". 3) Allerlei pogingen stelde hij in
cu zij vormt geeue associatie." (Zie J. A. Wormser Brieven aan Groen van
Prinster erHoveker en Zoon 1874.) Zie ook omtrent dit punt o. a. IC. Smit,
tets over Vrijheid en Scholenmet eene voorrede van L. G. C. Lebeboeu
's-Gravenhage 1846: L. G. C. Ledeboer, Een spiegel dezes tijdis's-Graven-
liage 1841.
„Geen nieuwe namen voor de echte zonen van het kuis" zoo was Budding's
leuze. Zie Dr. J. II. Gunning JIIz., 11. J. BuddingLeven en arbeidGoesl8S3.
-) Reeds 1 Mei 1839 werd door de Afgescheidenen te Goes aan Z. M. den
Koning een request opgezonden om vrijheid van godsdienst te erlangen. Het
bevatte 77 handteekeningen. Te Middelburg werd eerst in het voorjaar van
1841na de afkondiging van het Kouiuklijk Besluit van 9 Januari 1841 Staats
blad no. 2, bevattende eeue wijziging van meergenoemd besluit van 5 Juli 1836
Staatsblad no. 42, een adres aan Z. M. den Koning gezonden, om erkend te
worden als eene Christelijke Afgescheidene gemeente. Slechts een klein deel der
gemeente, was er tegen. Zie „Adres aau Z. M. den Koning der Nederlanden",
naar 's-IIage verzonden 24 Maart 1841.
J) Op de kerkeraadsvergadering van 12 Mei 1837, te zijnen huize gehouden
Archief 190G. 13