149
Willem (Brombacher), destijds diaken. De verstandhouding
tusschen hem en Budding werd er jammerlijk door gestoord. T)
Doch Budding bleef onverzettelijk. 2)
Intusschen nam de verdeeldheid vooral door persoonlijke
verwijdering met den dag toe. 3) De vergaderingen van ker-
Voorts haalt de man er bij den „Geestelijke Opwekker" van Lodensteyn de
Frauckcr faculteitde „godzalige" Du Bogard om te eindigeu met de Dorische
vaderen en art. 86 kerkenordeningaltemaalom te bewijzendat h ij gelijk
maar zijn dominee ongelijk heeft. Zie brief van Brombacher aan Ds. Budding
(26 October 1838).
Anderhalf jaar lang liep de dominee 's mans deur in de Sint-Pieterstraat
voorbij. Dat was met opzet meende Brombacher. Zie brief van W. Brom
bacher aan Ds. Budding (26 October 183S).
-) Meermalen preekte Budding in hel stille Vere. Ook daar had zich een
kringetje gesclieideneu gevormd. Bakker Lankesteii op de kade en „meester
"Westvekr" waren er de ziel van. De eerste had bereidwillig zijn huis open
gesteld voor de samenkomstenwaarin hij zelf wel voorging.
Op een der Februarizondagen van 1888 preekte Budding bij vernieuwing
aldaar. Er moesten kerkeraadsleden bevestigd worden. Budding weigerde be
slist de nieuwe psalmen te laten zingenzooals daar gebruikelijk was. De ker-
keraad protesteerde; doch het haatte niets. Budding ging als naar gewoonte
zijn gang. Zie brief van W. Brombacher aan Ds. Budding (26 October 1838);
Gunning, II. J. Budding, Leoen en arbeid, Goes 1883. Later is de Afgeschei
dene gemeente te Vcrc te niet gegaau. Jaren daarna (31 Mei 1870) werd er
eenc Christelijke Gereformeerde gemeente gesticht door de Middelburgsche pre
dikanten A. Littooï en M. Keulkmans. De betrekkelijk kleine gemeente ver
gaderde tot verleden jaar in een gewoon huis, tot kerk ingericht. Sinds 15 No
vember 1905 is de Gereformeerde kerk van Vere in liet bezit van een nieuw,
doelmatig kerkgebouw eu nu ook van ecne nette, nieuw gebouwde pastorie, vor
mende samen een goed geheel.
3) Na zijn wedervaren in Vere besloot Budding in het vervolg slechts daar
te predikenwaar men ^eenstemmig overheldeom ook in den openbaren dienst
het voetspoor onzer vaderen te volgenzooals bepaald is hij art. 69 der Dortschc
kerkorde". Zie Gunning II. J. BuddingLeven en arbeid, Goes 1883.
Op elkander acht geven deden de leden getrouw doch het was meer in den
trant der zevenstuiversmannen uit Napoleon's tijddan naar de apostolische ver-
mauiug. Dit; blijkt o. a. uit het volgende
De winter van '87 op '38 was streng. De liefhebbers van het ijsvermaak
konden hun hart ophalen. Ook den beminnaars vau Datheen was het aangeboden
genot te machtig. Zij reden en sleeddendat het een aard had. Eu Brom
bacher zeials hij zulks zag of hoordealleen in wat andere bewoordiugen
„Dat zijn nu die hoeren van gemoedbij wie geen nieuw psalmpje door kan.