152
Iieere tegen mij aanporret, laat Hem het
spijsoffer rieeken; maar indien het men-
schenkinderen zijn, zoo zijnse vervloekt
voor het aangezichte des Heeren, dew ij le sij
mij heden verstooten, dat ik niet en mag vast
gehecht blijven in het erfdeel des Heeren,
zeggende: Gaat henen, dient andere goden."
Dit briefje werkte als olie in het vuur. De revanche
bleef niet uit. In een uitvoerig epistel, vol eigenaardig aan
gehaalde bijbelteksten l), betuigt de diaken-oefenaar in groote
woorden zijne onschuld en leest zijn '/geliefden broeder in den
Heere" daarbij duchtig de les.
Een kleine vier maanden later, op Dinsdag 15 Januari
1839 's avonds 8 uur werd de gevangenis voor Budding
geopend. 2)
Uit de eenzaamheid kwam hij in de verwarring.
XVIII. Budding als Leeraar der Christelijke
Afgescheidene gemeenten ontslagen.
Vast besloten om niet langer kerkelijk saam te leven met de
verwerpers der //oude psalmen"deelde Budding eerst op eene
ledenvergadering der Middelburgsche gemeente 3)later op
i) Dit schrijven is Budding nimmer in handen gekomen. Wel werd het op
Seisdam afgegeven in handen van juffrouw Van Nas Budding's huishondster
met de bedoelingdat deze voor de verdere verzending zou zorg dragen. Doch
de kerkeraad kwam er achter en achtte het raadzaamden bewusten brief
achterbaks te houdenom Budding in zijue gevangenschap niet noodeloos te
bezwaren.
Zie brief van "W. Brombacher aan Ds. Buddtng (26 October 1838).
-) Zie brief van J. Minderhout aan D. van Fauowe te Nienwerkerk (17
Januari 1839). „Hij (Budding) is weer al moedig opgetrokken in het prediken
openbaar" zoo schrijft J. van de Luïster te Borsselc aan J. Minderhout.
Zie brief 24 Januari 1839 Archief Gereformeerde kerk te Middelburg A.
3) Deze ledenvergadering werd gehouden 23 Januari 1839. Naar hij voorgaf,
wilde Budding de gemeente een voorstel doen in zake de kwestie der psalmbe-