153
eene Provinciale vergadering mede, dat liij van nu voortaan
ophield leeraar te zijn van hen, //die de nieuwe berijming bleven
aankleven". Zelfs scheurde hij zijn beroepsbrief in stukken.
Budding's hoop was nu gevestigd op de gemeenten in Zuid-
Beveland Bij onderzoek bleek echter, dat ook verreweg het
grootste deel der Afgescheidenen aldaar zich voor de nieuwe
psalmberijming verklaarde. 3) Overeenkomstig het gevraagd
advies 4) van D6. S. van Yelzen, vroeger Nederlandsch-Her-
vormd predikant te Drogeham, maar sinds een drietal jaren
rijming. Doch iu plaats van een voorstel kreeg zij een besluit van kemzelven
te hooren. En toen het meerendeel der saamgekomenen verklaarde zich in deze
zaak aan een besluit der laatstgehoudene Provinciale vergadering te houden
verliet Budding de vergadering.
Deze Provinciale vergadering werd 30 Januari 1839 te Middelburg ge
houden ten huize van Ds. Budding (Seisdam) op wiens verzoek deze vergadering
belegd was.
2) Daarover later ondervraagd zijndegaf Budding te verstaan dat hij den
beroepsbrief aan stukken had gescheurdom de gemeente te ontslaan van de
verplichting tot het betalen vau zijn traktement. Het zou hem in de gegeven
omstaudigheden bezwarend zijn geweest om dit te ontvangen. Dit argument
beschouwde de commissiedie met het onderzoek was belastals een uitvlucht.
Zie brief van J. Minderhout aan H. Zwteter te Goes, in dato 8 Maart 1839,
Archief Gereformeerde kerk te Middelburg A.
J) Zie brief namens de classicale vergadering te Goes (13 Februari 1839) aan
Budding. Budding wordt in dit schrijven genoemd „Onzen geliefden en naar
waarheid beminden Herder en Leeraar en Broeder in Jezus Christus".
O. m. zegt de classis„Zoo gevoelde de vergadering zich gedrongen en huiten
vrijheid om den hand te verbrekenmaar integendeel dezelve des te meer te
moeten vasthouden om onder opzien tot den Heere en Koning Zijner duur ge
kochte Kerke, den getrouwen Herder der schapen, die alle harten in Zijue
hand heeft, ook dat van UEW., biddende te begeerendat het Hem mogte be
hagende nu zoo geschokte en van UWE. zijde verbroken band nog eens te
herstellen in Zijn gunst om zich genadelijk na den rijkdom Zijner genadedie
in Jezus Christus is te willen ontfermen over meer dan duizend zielen, die
nu als verlaten zijn."
i) Zie brief van ds. S. van Velzen aan de classis Goesgeschreven uit Leeu
warden in dato 25 Februari 1S39 als antwoord op een schrijven van genoemde
classis in dato 16 Februari 1S39.
Daarin drukt hij den Zeeuwschen broeders op het hartom met behoud van
hunne rechten en den eenheidshaud tusschen de verschillende- gemeenten in het