158 En toen door het vertrek van D\ C. van der Meulen l) naar Amerika 2) (184-7) de gemeente te Goes vacant werd, beriep men hem aldaar tot predikant. 3) Hij meende echter te winnen. Op veler verlangen zou er eene algemeene synode worden gehouden te Amsterdam. Belangrijke punteno. a. het al of niet onveranderd erkennen van de Dordsche kerkenorde en het stuk der vrijheid, zouden alsdan ter sprake komen. Het tijdstip was door Bri;mmëlkamij hij moest de synode oproepen opzettelijk zóó gesteld, dat de zittingen der synode zouden samenvallen met de kroning van Koning Willem II. Brummelkami' wilde nl. de synode in de gelegenheid stellen uit haar midden eene commissie te benoemenom Z. M. te verzoeken de rechten der Afgescheidene kerken te handhaven. Daarom deed hij alle mogelijke moeite, om ook Budding in deze beweging te betrekkeu. Zelfs zond hij daartoe een eigenhandig schrijven aan Budding doch deze weigerde. Zie brief van den Middelburgschen kerkerand aan Brummelkamp (11 November 1810)Archief Gereformeerde kerk te Middelburg A. Rev. E. Doseer zegt van Ds. Van der Melden (zie Levensschets van Dr. A. C. Van Raalle)„Bij eene diepe menschenkeunispaarde hij een ruim en gezond inzicht in de waarheid en een singuliercu tact om menschcn te buigen naar zijn wil". Ds. Van der Melden stierf 23 Augustus 1876, bijna 76 jaren oud. 2) In de kerkeraadsvergadering van 16 Februari 1817 gaf „de leeraar (C. van der Meuleni kennisdat Z.Eenv door de vereenigde landverhuizers naar Noord-Amerika tot hun leeraar is beroepen". Ds. Van der Meulen teekende 30 Maart 1817 voor het laatst de notulen van den kerkeraad. Eigenaardig voorzekerdat Ds. Van der Meulen die ecu jaar te voren nog in publieken geschrifte (opwekking tot het houden van een algemeenen Dank-Vast- en Biddag op Woensdag 25 Februari 1816) gewaarschuwd had tegen het „heengaan" naar „vreemde gewesten" uit „wereldsgezindheid" om „ruimer bestaan" te vinden „ouder voorwendselwij kunnen dan met eerbaarheid door handenarbeid ons brood verdienenen dit kunnen wij in ons Vaderland niet meer eigenaardig voorzeker dat ds. Van der Meulen het volgend jaartegen zijne eigen waarschuwing en raadgeving in zelf naar de nieuwe wereld trok en nog wel aan het hoofd van een vierhonderd emigrantenom zich daar bij de kolonie van Van Raadte te voegen. Toch was er alleszins reden voor emigratie. De vooruitzichten voor vele Afgescheidenen waren donker. Velen waren ver armd door het betalen der boetenverder heerschte er malaise op velerlei ge bied en kwam nog daarbij de schrikkelijke plaag der aardappelziekte. Zie over Ds. C. van der Meulen Dr. M. Cohen Stuart Zes maanden in Amerika, Haarlem 1875; llev. N. II. Doseer, De llollandsche Gerefoi-mecrde kerk in AmerikaNijmegen 1888 Rev. Henry E. Doseer Levensschets van Dr. sl. C. Van RaalleNijkerk 1893. 3) Op de buitengewone vergadering van 3 Januari 1818 werd Budding met 29 stemmen uit een drietal predikanten (bestaande uit Budding Klijn (16 st.) en Wildeukest tot predikant bij de Afgescheidene gemeente te Goes beroepen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1906 | | pagina 194