163
verloren te hebben. Die oorlog bracht hem bovendien in on-
eenigheid met het bestuur van de stad zijner inwoning, dat
hem wilde dwingen te betalen in de toen geheven buitenge
wone belasting van den 200sten penning van ieders vermogen
hij beweerde als vreemdeling hiertoe niet verplicht te zijn 1)
en vertrok in 1669 naar Dordrecht, waar toen de Schotsche
Court reeds gevestigd was.
Eene eerste poging om de Schotten naar Holland te lateD
komen deed hij in 1662. Zij mislukte, want Amalia van
Solms, toen besturend voogdes voor haren minderjarigen klein
zoon, trad met succes voor diens belangen op 2). In 1668
herhaalde hij zijne poging en nu met succes, waartoe waar
schijnlijk zijn persoonlijke invloed tijdens een verblijf in En
geland heeft medegewerkt :5). In elk geval was nu ook de
graaf van Lauderdale, secretaris van Staat voor de Schotsche
zaken, voor zijn plan gewonnen en dit was een machtige
steun aan het Hof van Karel II, van wien Lauderdale één
der vertrouwden was, vooral na den val van den bekenden
kanselier Clarendon. In Maart 1668 benoemde de verga
dering van de afgevaardigden der Schotsche steden te Edinburg
drie gezanten, waarvan twee uit Edinburg en één uit Perth,
om naar Nederland te gaan en den stapel te vestigen, waar
hun dit het meest wenschelijk scheen 4'). Volgens een schrijven
van den Prins van Oranje, gedateerd 18 April 5), waren de
steden Aberdeen Dundee en Montrose tegen de verplaatsing uit
het zetten van dit artikel gepubliceerd in de laatste aflevering van de Bijdragen
voor Vader fandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (IV54)waar de heer W.
del Court ook een en ander over Davidson mededeelt.
Over deze aangelegenheid handelen ook verschillende zijner brieven. Kort
en duidelijk zegt De Witt wat de zaak isin Brieven van en aan J. de
WittIVblz. 834. 2) Hierna n03. 1 en 2.
J) „Ever since my coming home (nl. in Holland) I have beene at Dordrecht
and Rotterdam with our Scotts commissioners (aan Williamson, 25 Sep
tember 1668Public Record Office).
4) De volmacht van 19 Maart 1668: Archief, 1905. blz. 6162.
Hierna n°. 3.
Archief 1906 14