138
kapelmeesters in Januari 1539 (1540) aan de regeering der stad
vergunning om hunne woonstede te mogen overbrengen naar
zekere plaats tusscben den weg en den dijk buiten de Noord
dampoort, omdat er ter eerstgenoemde plaats weinig passage
van inwoners en vreemdelingen was en de arme lazarissen
alleen van aalmoezen moesten leven, zonder die zelf onder de
menscben te mogen ontvangen. Het terrein buiten de Noord
dampoort werd geschikter geacht, omdat door die poort de
gemeenschap werd onderhouden met Arnemuiden en Vere.
Deze poort stond ter plaatse, nu gelegen tusscben de Rotter-
damsche kade, de Schuitvlotstraat en de Breestraat, en aan
het verlangde terrein wordt de herinnering nog bewaard dooi
de Lazarij straat.
Het stadsbestuur stond daarop toe, dat men op de aange
duide plaats eene kapel en woningen voor de leprozen zou
bouwen, en dat op den dijk tusscben de sluis en den olie
molen eene huizing zou gemaakt worden, waar een niet-
melaatsch persoon dagelijks kon zitten om voor de leprozen,
met de klap, aalmoezen te vragen (Inventaris Nos. 1720,
1721, 1722). De kapel en andere gebouwen vindt men
afgebeeld op de kaart van Van Deventer, waarvan een
verkleinde afdruk voorkomt in: Dr. J. C. de Man, De ver
moedelijke afkomst van achttien steenen werphogels enz.
De instelling bleef, ondanks de verplaatsing, nog in het
bezit van drie huisjes buiten de Noordpoort //op 't oude Le-
prosenstuck" (L. R. 1554), totdat ze gesloopt werden en zelfs
de fondamenten uitgebroken (L. R. 1563).
Omtrent de gebouwen der nieuwe stichting, buiten de
Noorddampoort, komt het een en ander voor in de leprozen-
rekeningen. Er was een huis in den eersten boomgaard, dat
in gemeenschappelijk bezit was met Laurens Jansz. den
brouwer en waaraanten koste van 410, eene repa
ratie plaats had (1554). De wederhelft werd voor 20
aangekocht (1560). In gezegden boomgaard werden 400 olme-
boomen geplant (1562).