147
Ontvangsten van de hoornbeesten, den leprozen toebehoo-
rende, 18: 10: 8: 12. Opbrengst van melkboter en kaas
'/een osse van een jaer" 20 schellingen 2 grooten; een os
van twee jaar 2:18:4. Ten behoeve der leprozen werden
geslacht twee vette varkens, twee koeien en twee kalveren.
Lambkecht Lambrechtsz. huurde 16 gemeten weide voor
30 schellingen om haringnetten te drogen, die in zijn taan-
huis getaand werden.
De uitgaven waren als volgt
//Eerst van nootlicke spize."" Op den omgangsavond //op
den mart aen versch vies" 3 schellingen 4 grooten.
Maandelijks werden aan het //jonckwijff" kleine bedragen van
één tot drie schellingen gegeven, "omme by hair tot behouve
van den voirseiden huyse gedistribueert te werden". Voor het
slaan van een varken werd 21 grooten in October betaald. Voor
potten, teylen en ander aardewerk 2 schellingen. Op den
Paaschavond voor een lam 3 schellingen. Een zak boonen voor
de jonge kalveren en varkens. Voor een witten korf, daar men
de aalmoezen onder de gemeente mede vergadert, 10 grooten.
Voor een half vat inbrouwen bier 15 grooten. Het slaan en
zouten van een beest 14 grooten. Negen zakken rogge werden
gekocht voor 9 gulden 12 stuivers, /facit in ponden deser re-
keninge" 32 schellingen.
Hoofdstuk voor versch vleesch, bier //ende andersins,\ De
huisvrouw van Eambrecht Lambrecktsz. kocht gedurende 17
Zaterdagen op de vleeschmarkt een hutspot van 12 grooten
Een vleeschhouwer leverde 267 pond koevleesch van één groot
12 mijten het pond, samen 33 schellingen 4 grooten. Voor 24
zakken //gruis" werd, blijkens zekere kerfstokken, betaald
2:8. Voor twee tonnen kuit en écne ton vals (bier) werd
7 schellingen 9 grooten betaaldvoor 20 tonnen kuit en een halve
ton vals 2:7:9 Voor elf zakken meel, te bakken met de
gist, en het kneden van der leprozen eigen meelgedurende een
geheel jaar, tegen 6 grooten den zak, 5 schellingen 6 grooten.
Hoofdstuk van schot, dijkgeld, watergeld, renten, schrijven