7 kinderen, Hugtien Aerds filii kinderen, Oord Willems filii kinderen, en de abdis van hijnsburg. Sommige posten be staan alleen uit de ontvangsten van het ambacht; bij de meeste echter wordt streng onderscheiden tusschen het geld, dat opgebracht wordt van het ambacht, en dat van de levering. Het zal niet ondienstig zijn deze uitdrukkingen iets nader toe te lichten Ieder, die zich ook maar weinig heeft bezig gehouden met Zeeuwsche geschiedenis, merkt al spoedig, dat in vele op zichten de bestuursorganisatie van den polder Walcheren een getrouwe copie is van die van het gewestelijk bestuur Dit gold ook in belastingzaken, in 't bijzonder wat betreft de wijze van heffing. Evenals bij de belastiug, die opgebracht werd aan den landsheer, de ambachtsheer verantwoordelijk was voor het bedrag, dat zijn ambacht moest opbrengen, zoomoest ook bij de waterschapslasten de ambachtsgerechtigde zorgen, dat de ouder zijn ambachtsportie ressorteerende grondeigenaren aan hunne financiëele verplichtingen voldeden. Er waren echter ook grondbezitters, die niet door tusschen- korast van den ambachtsheer hun belasting aan den landsheer opbrachten. //Verscheidene aanzienlijke heeren, zoo geestelijken als leeken, hadden namelijk het recht, dat zij zelf door hunne rentmeesters de verschuldigde belasting rechtstreeks aan de grafelijke ambtenaren betalen konden; natuurlijk was ook de ambachtsheer in dat geval van de verantwoording vrijgesteld. Den omvang van de goederenwaarvan hij geen schot te ver antwoorden had, moest hij evenwel bewijzen Hij deed dat door het overleggen van verklaringen van de eigenaars of rentmeesters dier goederen, zoogenaamde leveringen, d w. z. lijsten van landerijen van een bepaald persoon in één ambacht. Ook de burgers der stad Middelburg onttrokken zich aan de verplichting om bij liet betalen van het schot van hunne op het platte land gelegene goederen van de tusschenkomst der ambachtsheeren gebruik te maken Reeds in de oudste reke ning die bewaard gebleven iskomen van dat gebruikde

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 37